Op dit moment ontstaat bij elkaar opvolgende tijdelijke arbeidscontracten na een periode van 3 jaar of bij een vierde contract een vast dienstverband. De periode van 3 jaar wordt verlengd naar 4 jaar en er ontstaat in plaats van bij het vierde arbeidscontract bij het vijfde arbeidscontract een vast dienstverband.

Werkgevers in alle sectoren kunnen gebruik maken van de maatregel. Het aangaan van een vierde opeenvolgende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is geen verplichting voor werkgevers, maar een (tijdelijke) mogelijkheid. De verwachting dat werkgevers jongeren in dienst zullen houden als gevolg van het wetsvoorstel is gebaseerd op de overweging dat werkgevers zich in de huidige onzekere omstandigheden vaak genoodzaakt zien om tijdelijke contracten met jongere werknemers niet te verlengen, omdat ze hun arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet durven om te zetten in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Met de onderhavige maatregel krijgt een werkgever de mogelijkheid om een jongere langer op tijdelijke basis in dienst te houden.
 

Voor het in aanmerking komen van de reisaftrek is het niet altijd nodig dat de originele plaatsbewijzen overleggd moeten worden naast de reisverklaring van de werkgever. Als u de werknemer aannemelijk kan maken dat u voor uw woon-werkverkeer met het openbaar vervoer heeft gereisd dan bestaat toch recht op reisaftrek.

Rechtbank Haarlem heeft onlangs in deze zin beslist. Men moet er wel op bedacht zijn dat de uitkomst van deze procedure sterk afhankelijk was van de feiten en omstandigheden van het onderhavige geval.

 

Bron: Haarlem, 24-9-2007, nr. 06/12291 (gepubliceerd 28-7-2008).

Deze kilometervergoeding kunt u hanteren voor zowel woon-werkverkeer als voor zakelijke ritten. De vergoeding is onbelast en u hoeft er geen premie over te betalen.

Wat moet u doen?
De hoogte van de vergoeding moet overeenkomen met het daadwerkelijk aantal gereden kilometers. Uitgangspunt voor de berekening is het aantal werkdagen op jaarbasis, verminderd met 54 dagen voor vakantie, ziekte en dergelijke. Voor personeel in deeltijd moet u de regeling naar evenredigheid toepassen. Dit kunt u ook doen om een vaste vergoeding per week of maand te bepalen.

Als de reisafstand voor het woon-werkverkeer meer dan 150 kilometer bedraagt, bent u verplicht om de vergoeding op basis van nacalculatie toe te kennen. Dit houdt in dat u aan het einde van het kalenderjaar het exacte aantal gereden kilometers bepaalt. Als uw werknemer regelmatig naar andere plaatsen dan de vaste werkplek reist, kunt u de

• Het bestuur moet de jaarrekening binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar opmaken en ter vaststelling overleggen aan de aandeelhouders. Op grond van bijzondere omstandigheden, kunnen de aandeelhouders het bestuur hiervoor uitstel verlenen. Het maximale uitstel is zes maanden.
• De aandeelhouders hebben vervolgens twee maanden de tijd voor het vaststellen van de jaarrekening. Normaal gesproken is dit dus uiterlijk per 31 juli. Bij maximaal uitstel is dit uiterlijk per 31 januari van het volgende jaar.
• De vastgestelde jaarrekening moet binnen acht dagen na de vaststelling worden gedeponeerd bij de KvK.

bron: Kamer van Koophandel

Lees meer...

Bron: FNV Bondgenoten.

Bron: NRC Next

Lees hier het volledige persbericht

Lees hier het volledige bericht op Zibb.

Lees hier het volledige artikel op Zibb.nl.

De rechtbank in Leeuwarden heeft de eigenwoningbezitter in dit geval in het gelijk gesteld omdat volgens de rechtbank potentiële kopers in hun biedingen mogelijk rekening zullen houden met de aanwezigheid van deze UMTS-mast. De rechter verlaagde de waarde daarom met 15%.

Lees hier de uitspraak

Aangezien dit een uitspraak is van een rechtbank, is een andere rechter in principe niet gebonden aan deze uitspraak. Alleen aan een uitspraak van de Hoge Raad zijn alle rechters gebonden. De rechter zal in ieder nieuw geval de omstandigheden opnieuw beoordelen en de feiten en belangen opnieuw afwegen om tot een uitspraak te komen.
Ook andere omstandigheden kunnen een goede reden zijn om bezwaar te maken tegen de WOZ-waarde van uw woning of bedrijfspand. Zo kunt u denken aan hoogspanningsmasten of windmolens die in de directe omgeving zijn of worden geplaatst.

Bezwaar tegen eigen WOZ-waarde
Eigenaren van onroerend goed die in een vergelijkbare situatie zitten kunnen deze uitspraak als argument gebruiken bij het indienen van een bezwaarschrift tegen de (hernieuwde) vaststelling van hun WOZ-waarde. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is tot 6 weken na dagtekening van de WOZ-beschikking.

Vergoeding voor waardedaling van de woning (planschade)
Deze uitspraak betreft de vaststelling van de WOZ-waarde. Of de plaatsing van een UMTS-mast ook leidt tot een schadevergoeding van de gemeente in verband met de waardedaling van de woning zelf, hangt onder andere af van de vraag of er een wijziging of vrijstelling van het bestemmingsplan nodig was voor het plaatsen van de UMTS-mast. Als die niet nodig is, dan is er geen grond om een planschadevergoeding te eisen van de gemeente.

Kortom, als de WOZ-waarde door de rechter verlaagd is, betekent dit niet automatisch dat er een recht bestaat op een planschadevergoeding.

Bron: Vereniging Eigen Huis
Amersfoort, 1 juli 2008

1. Geen dossier
Wanneer u een werknemer wilt ontslaan vanwege slecht functioneren dan moet u dit slechte functioneren wel kunnen bewijzen. Het is daarom van belang om een goed personeelsdossier bij te houden. In dit personeelsdossier bewaart u verslagen van functioneringsgesprekken en alle correspondentie (waarschuwingen) die u uw werknemer stuurde. Zonder goed opgebouwd personeelsdossier geeft het CWI geen ontslagvergunning. Ook bij de kantonrechter hoeft u zonder personeelsdossier niet op een goed resultaat te rekenen.
Bij arbeidsongeschiktheid geldt de eis dat u een reïntegratiedossier. Zonder goed reïntegratiedossier zult u het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) tevergeefs om een ontslagvergunning vragen. Het is zelfs mogelijk dat uw verplichting om het loon door te betalen in dat geval met een jaar wordt verlengd.

2. Geen dringende reden voor ontslag op staande voet
Voor een ontslag op staande voet moet u een dringende reden hebben. Wanneer uw werknemer zich ernstig misdraagt, en zich bijvoorbeeld schuldig maakt aan diefstal, bedreiging of mishandeling, dan is die dringende reden vaak wel aanwezig. U kunt daarnaast zelf een aantal zaken noemen die u binnen uw bedrijf niet kunt tolereren en die dus een dringende reden voor ontslag opleveren. Denkt u daarbij aan een gebod tot naleving van de verzuimregels en verboden tot discriminatie, pesterij of bezoek aan websites met een bedenkelijke inhoud.
Hoewel u altijd snel moet beslissen over een ontslag op staande voet, moet u zich wel altijd afvragen of het onder de gegeven omstandigheden redelijk is om de werknemer te ontslaan. Als u twijfelt kunt u de werknemer schorsen. Beslis zo snel mogelijk nadat u hierover deskundig advies heeft ingewonnen, want als u een werknemer na een incident gewoon laat doorwerken, dan verdwijnt de dringendheid van het ontslag.

3. Proeftijd mondeling afspreken
Een proeftijd is alleen geldig als u dat schriftelijk overeenkomt. Ontslaat u een nieuwe werknemer tijdens een mondeling afgesproken proefperiode, dan maakt u voor de rechter geen kans. U zult de persoon in dienst moeten houden of een afkoopsom moeten betalen.

4. Ontslag tijdens ziekte of zwangerschap
Als hoofdregel mag u een werknemer tijdens ziekte of zwangerschap niet ontslaan. Vanaf het moment dat de werkneemster u vertelt dat ze zwanger is, geldt de ontslagbescherming. Op deze hoofdregel zijn een paar uitzonderingen waar u overigens ook heel voorzichtig mee moet omgaan.
Tijdens de proeftijd mag een zieke of zwangere werknemer wel worden ontslagen, maar nooit omdat hij ziet of zwanger is. Ook bij ontslag op staande voet en bij faillissement, wordt een ontslag soms toegestaan.
Als uw werknemer kan bewijzen dat u hem/haar ontslaat vanwege ziekte of zwangerschap, dan is het ontslag niet geldig.

5. Ontslaan voordat de ontslagvergunning binnen is
Behalve wanneer u iemand op staande voet ontslaat of wanneer u de kantonrechter om ontbinding verzoekt, moet wachten met het aanzeggen van het ontslag tot u de ontslagvergunning van het CWI hebt ontvangen. Wanneer u opzegt zonder ontslagvergunning, dan is het ontslag niet geldig. Uw werknemer zal naar de rechter stappen om schadevergoeding te eisen. Dat kost u minimaal drie maanden salaris, maar meestal meer.
Daarnaast is het belangrijk te weten dat als u wél een ontslagvergunning van het CWI heeft ontvangen, u het ontslag binnen zes weken aan de werknemer duidelijk moet maken. Daarna verloopt de ontslagvergunning.

6. Opzeggen zonder aanhouden opzegtermijn
Ook als u een ontslagvergunning heeft gekregen moet u rekening houden met de geldende opzegtermijn. Deze staat vaak in uw arbeidsovereenkomst, maar soms ook in de geldende CAO. Wanneer u geen speciale opzegtermijn bent overeengekomen gelden de wettelijke regels. Als u zich niet aan de opzegtermijn houdt, dan geldt het ontslag niet.

7. Medewerker die het dienstverband zelf opzegt
Wanneer een medewerker na een incident meldt dat hij ontslag neemt, kan de werknemer daar later nog op terugkomen. De mondelinge opzegging geldt dan (vaak) niet. Als werkgever moet u dus goed onderzoeken of de werknemer echt ontslag wil nemen. Accepteer de opzegging niet zomaar, wijs de werknemer (liefst schriftelijk) op de consequenties van zijn ontslag (bijvoorbeeld: geen WW uitkering) en vraag of de werknemer zijn ontslag schriftelijk wil bevestigen.

• Alle Nederlandse octrooien zijn maximaal 20 jaar geldig
• Voor alle Nederlandse octrooiaanvragen verricht Octrooicentrum Nederland een onderzoek naar de 'stand der techniek'. Dit onderzoek geeft inzicht in de nieuwheid en inventiviteit van de vinding. De bijlage 'Schriftelijke Opinie' geeft extra uitleg over het onderzoek.
• De kosten voor het onderzoek bij een twintigjarig octrooi voor Nederland worden verlaagd van 340 naar 100 euro. Internationaal onderzoek kost nog steeds 794 euro.
• De periode waarin de octrooihouder nog geen instandhoudingkosten hoeft te betalen, wordt verkort van vier naar drie jaar. Een octrooihouder moet dus eerder bedenken of hij zijn octrooi wil behouden.
• Octrooiaanvragen via het internet worden goedkoper (80 euro) dan op papier (120 euro).
• Een octrooiaanvraag mag nu ook in het Engels worden ingediend.

Bron: Kamer van Koophandel

Aldus Elsevier vandaag.

Aldus een artikel in het Financieele Dagblad (inlog verplicht). Onderzoeker Barbara Baarsma: ‘In opdracht van de internationale vereniging van rechtsbijstandsvezekeraars (RIAD) hebben we de effecten van de regulering van juridische beroepen in twaalf EU-lidstaten onderzocht. In dat kader is een vergelijking gemaakt tussen een jurist van een rechtsbijstandsverzekeraar, een preferred supplier advocaat en een gewone advocaat. De laatste bleek vier tot zes keer duurder te zijn dan een juridisch dienstverlener.’
‘Op grond van deze indicatie kun je zeggen dat een advocaat duur is ten opzichte van juridische specialisten die verbonden zijn aan vakbonden, beroepsverenigingen, consumentenorganisaties, adviesbureaus, deurswaarderskantoren en rechtsbijstandsverzekeraars.’

"Nodig is een groep innovatieve juridische dienstverleners die zich richt op het mkb en toegang heeft tot het procesmonopolie van advocaten."

Wij nemen aan dat LegalXs daarmee wordt bedoeld.

Hetzelfde geldt in geval van gebreken en ongeschiktheid van zaken afkomstig van de opdrachtgever (daaronder begrepen de grond waarop de opdrachtgever een werk laat uitvoeren), alsmede in geval van fouten of gebreken in door de opdrachtgever verstrekte plannen, tekeningen, berekeningen, bestekken of uitvoeringsvoorschriften. Het niet voldoen aan de waarschuwingsplicht maakt de aannemer aansprakelijk voor de schadelijke gevolgen. De ratio van de waarschuwingsplicht van de aannemer is om de opdrachtgever in de gelegenheid te stellen maatregelen te treffen ter voorkoming van schadelijke gevolgen.

Bron: Een uitspraak van de Raad van Arbitrage van 15 april 2008

Daaraan is voldaan als het non-concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst staat, en volgens de Hoge Raad is aan het schriftelijkheidsvereiste ook voldaan indien de werknemer schriftelijk akkoord gaat met een arbeidsvoorwaardenregeling, mits die regeling als bijlage gevoegd was bij de brief waarin de werknemer zich met die regeling akkoord verklaart.

Tips voor de praktijk:

Om sprake te laten zijn van een geldig non-concurrentiebeding moet dit
1. In een door de werknemer ondertekende arbeidsovereenkomst of in een apart document zijn opgenomen
2.In een arbeidsvoorwaardenregeling waarmee de werknemer schriftelijk heeft ingestemd, mits die regeling bij die akkoordverklaring was bijgevoegd, en de werkgever dit achteraf ook kan aantonen.

 

 

De rechter oordeelde dat het contract onder bedrog totstand is gekomen. Volgens de ondernemer had de advertentieverkoper niet voldoende duidelijk gemaakt dat er kosten waren verbonden aan plaatsing van de advertentie. De rechter was het hiermee eens en oordeelde dat de verkoper met bewijs moest komen.

bron: Uitspraak Rechtbank d.d. 24 april 2008

 

Adverteren is vaak erg nuttig, maar ondernemers hebben ook veel klachten over ongevraagde facturen en offertes van advertentieverkopers. Sommige advertentiebureaus maken ondernemers geld afhandig door advertenties in rekening te brengen waarvoor geen (bewuste) opdracht is gegeven.

Wat kunt u zelf doen om dit te voorkomen?
Een goed en doordacht advertentiebeleid is belangrijk. Hierbij kiest u een medium dat bij uw product en doelgroep past en waarbij u zelf de controle houdt over uw advertentieplaatsingen. Ondernemers die ongevraagde facturen of offertes ontvangen, wordt aangeraden om in eerste instantie een klacht in te dienen bij het bedrijf in kwestie.

 

In 'Maak je bedrijf meer waard in zes eenvoudige stappen' vertelt ze waar een ondernemer in verschillende fases van het bedrijf op moet letten. 'Mijn grootste motivatie voor dit boek is het feit dat een groot deel van de ondernemers het niet redt om door te groeien naar een volgende fase', vertelt Blokpoel in een interview met Het Financieele Dagblad (inlog verplicht).

Omslagpunt
Het omslagpunt ligt volgens Blokpoel rond de tien man personeel. 'Het overgrote deel van de ondernemers komt hier niet doorheen, terwijl er zo veel kansen liggen. Het bedrijf staken in plaats van verkopen is een verspilling van geïnvesteerde tijd, energie en potentieel pensioen.'

Verandering in bedrijfsvoering
'In het begin is het simpel: meer omzet is over het algemeen meer winst en ook een hogere bedrijfswaarde. Maar als bedrijven gaan investeren, dan gaat deze logica niet meer op, dan wordt het ook belangrijk om te gaan denken in cashflow en een goede financieringsstructuur.'

'Zodra een bedrijf groter wordt dan tien man, komen er andere zaken bij kijken. Ik noem dat de schijf van vijf, het DNA van iedere onderneming: communicatie, marketing, strategie, financiering en organisatie. De meeste ondernemers hebben niet altijd verstand van al die zaken. Ze zijn ondernemer en geen bedrijfseconoom.'

Concentreren op financiële waardering
'Heel vaak ben je bezig met het blussen van brandjes, zoals het tevreden houden van personeel, klanten en het oplossen van administratieve rompslomp. Daardoor is het moeilijk om je te concentreren op de zaken die financiële waardering opleveren. Er wordt energie gestopt in de verkeerde facetten van het ondernemen. Op die manier kan een bedrijf tot stilstand komen. En in een dynamische economie is stilstand achteruitgang.'

Valkuilen
Blokpoel onderscheidt een aantal valkuilen. 'Ik noem het pwv's: persoonlijke waardevernietigende valkuilen, en dat er zijn er nogal wat. Ondernemers willen vaak alles zelf doen, of denken het zelf beter te kunnen. Vaak vermengen ondernemers privé met zakelijk of zitten ze met verschillende petten in een bedrijf: als directeur, aandeelhouder, medewerker en als financier.

Een andere valkuil is dat er fiscaal wordt gedacht. Men denkt eerder aan wat allemaal aftrekbaar is van de belasting in plaats van in cashflow, waardecreatie en financiële marketing. Een andere valkuil zijn de hobbyprojecten van de ondernemer. Vaak wel leuk, maar niet altijd even waardevermeerderend voor het bedrijf.'

2 juni 2008

Dat blijkt uit het onderzoek Flexibele Beloning in Nederland, uitgevoerd door de Stichting Loonwijzer in opdracht van FNV Bondgenoten. Voor het onderzoek hebben bijna 24.000 werknemers vragen beantwoord over hun inkomen, aldus De Pers.

Hoger opgeleiden
De resultaatafhankelijke bonussen kwamen vooral terecht bij hoger opgeleide werknemers, en bleken gemiddeld goed voor 11 procent van hun jaarinkomen. Bij de flexibele dertiende maand was dat 7 procent. Uitschieters waren de chemische industrie en de voedingsmiddelenindustrie, waar werknemers gemiddeld twee extra maandsalarissen verdienden door middel van prestatiebonussen.

Koopkrachtreparatie
Uit het onderzoek blijkt verder dat steeds meer werkgevers hun personeel een resultaatafhankelijke dertiende maand toekennen; één op de zestien werknemers ontvangt inmiddels een dergelijk extraatje. 'Door deze beloning blijft dit jaar de koopkracht van veel werknemers op peil. Voedingsmiddelen en brandstof worden fors duurder en de inflatie stijgt. Met alleen de cao-loonstijging van gemiddeld 3,3 procent gaan vooral middeninkomens er op achteruit. De flexibele dertiende maand leent zich goed voor reparatie', verklaart Anja Jongbloed, hoofdbestuurder van FNV Bondgenoten, de toegenomen populariteit van de flexibele dertiende maand.

Uitgaven afstemmen
De opmars van prestatiebeloning is mede te danken aan de vakbonden, die in steeds meer cao's toestaan dat werkgevers een deel van het loon prestatieafhankelijk maken. Dit ondanks het nadeel dat werknemers hun uitgaven afstemmen op hun totaalsalaris inclusief bonussen. 'Stopt de werkgever ineens met uitkeren van de extra's omdat het bedrijf minder goed draait, dan maken werknemers een inkomensval. Die kan oplopen tot duizenden euro's per jaar', waarschuwt Jongbloed.

Invloed en afspraken
Werknemers zijn over het algemeen echter zeer goed te spreken over prestatiebeloning. En dan vooral diegenen die zelf invloed kunnen uitoefenen op de hoogte ervan. Werknemers die dat niet kunnen, omdat de bonus bijvoorbeeld is gekoppeld aan de prestaties van het bedrijf, zijn er minder tevreden over. Daarnaast is het voor werknemers belangrijk om met hun leidinggevenden concrete afspraken te maken over wat ze moeten doen om bonussen te verdienen.

Voor wie geldt de uitkering?
De regeling geldt voor vrouwelijke zelfstandig ondernemers, de meewerkende echtgenote van een zelfstandig ondernemer, vrouwelijke beroepsbeoefenaars zonder arbeidsovereenkomst en vrouwelijke directeur-grootaandeelhouders.


Vanaf welke datum geldt de uitkering?
De wet is ingegaan op 4 juni 2008. Dit betekent dat u recht hebt op de zwangerschaps- en bevallingsuitkering als u op of na 4 juni 2008 bevalt. Als u voor u vóór 4 juni 2008 bevalt, heeft U geen recht op een uitkering ingevolge de ZEZ-regeling.

U heeft wel recht op de volle zestien weken zwangerschaps- en bevallingsuitkering als u vlak na 4 juni 2008 gaat bevallen.

Hoe hoog is de uitkering?
De hoogte van de uitkering hangt af van de winst die u hebt gemaakt of het aantal uren dat u als zelfstandige gewerkt hebt in het jaar vóór het jaar waarin de uitkering wordt uitgekeerd.

Hebt u in het voorafgaande jaar minimaal 1.225 uren als zelfstandige gewerkt, dan gaat het UWV ervan uit dat u ten minste het minimumloon hebt verdiend. U hebt dan recht op een uitkering van 100% van het wettelijk minimumloon.

Hebt u in het voorafgaande jaar minder dan 1.225 uren als zelfstandige gewerkt, dan is de hoogte van de uitkering afhankelijk van de winst die u gemaakt hebt. De uitkering is nooit hoger dan het minimumloon.

U krijgt 8% vakantietoeslag over de ZEZ-uitkering. Dit bedrag ontvangt u nadat de uitkering is gestopt. Valt de maand mei in de periode waarin u een ZEZ-uitkering ontvangt? Dan krijgt u in mei het vakantiegeld uitbetaald dat u tot en met april heeft opgebouwd. De overige vakantietoeslag ontvangt u nadat de

Een ZEZ-uitkering naast een andere uitkering
Het kan zijn dat u recht heeft op meerdere zwangerschaps- en bevallingsuitkeringen. Bijvoorbeeld als u ook in dienstverband werkt. U ontvangt dan beide uitkeringen, tenzij het totaalbedrag hoger is dan uw inkomsten. In dat geval wordt het verschil tussen het totaalbedrag en uw inkomsten berekend. Uw uitkering wordt verlaagd met dit verschil.

Ook als u een vrijwillige verzekering bij UWV heeft afgesloten, kunt u al recht hebben op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering. U krijgt dan alleen een ZEZ-uitkering als die hoger is dan het bedrag waarop u recht heeft vanuit de vrijwillige verzekering. Heeft u zich vrijwillig verzekerd voor een bedrag hoger dan 65 euro per dag? Dan krijgt u geen ZEZ-uitkering.

Inhoudingen op de ZEZ-uitkering
UWV houdt loonbelasting en premie voor de zorgverzekeringswet (ZVW) in op de ZEZ-uitkering. U ontvangt een specificatie van het bedrag dat u uiteindelijk ontvangt.


Hoe lang duurt de uitkering?
De uitkering duurt minimaal zestien weken en bestaat uit een zwangerschapsuitkering en een bevallingsuitkering. Uw zwangerschapsuitkering begint zes weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling en loopt tot en met de bevalling, ook als uw bevalling later is dan de datum waarop u was uitgerekend.

Eventueel kunt u de zwangerschapsuitkering ook uitstellen tot uiterlijk vier weken voor de dag na de datum waarop u bent uitgerekend. Dan hebt u recht op een langere bevallingsuitkering.

Uw bevallingsuitkering begint op de dag na de bevalling en duurt tenminste tien weken. Als u de zwangerschapsuitkering met een aantal dagen hebt verkort, wordt de bevallingsuitkering hetzelfde aantal dagen langer.

Wanneer u later bevalt dan de uitgerekende datum, kan de zwangerschaps- en bevallingsuitkering langer dan zestien weken duren.


Waar kunt u de uitkering aanvragen?
U kunt de zwangerschaps- en bevallingsuitkering uiterlijk twee weken vóór de gewenste ingangsdatum aanvragen bij het UWV (met het formulier Aanvraag ZEZ-uitkering voor zwangere zelfstandigen). U kunt dit formulier downloaden van uwv.nl. Stuur met uw aanvraag de zwangerschapsverklaring van uw huisarts of verloskundige mee. Afhankelijk van uw werksituatie kan UWV ook vragen naar arbeidscontracten en kopieën van belastingaanslagen.


Wanneer moet u de uitkering aanvragen?
Uiterlijk twee weken voor de datum waarop u de zwangerschapsuitkering wilt laten ingaan. Bij de aanvraag moet u een schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige leveren, waarin staat wat uw vermoedelijke bevallingsdatum is.

Let op:
Als u binnen tien weken na 4 juni 2008 gaat bevallen, geldt er voor u een uitzondering. U kunt dan nog binnen vier weken nadat u bevallen bent een aanvraag indienen bij het UWV. Dan krijgt u de uitkering alsnog uitbetaald.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De zaak draaide om een BV die samen met drie personen met de Poolse nationaliteit een vennootschap onder firma (v.o.f.) had opgericht. De omschrijving van de bedrijfsactiviteiten van de vennootschap luidde volgens de inschrijving bij de Kamer van Koophandel: onderaannemer in grond-, timmer- en opruimingswerk.

Naheffingsaanslag
De inspecteur van de belastingdienst was van mening dat de Polen geen zelfstandige ondernemers, maar werknemers van de BV waren. Deze had loonheffing moeten inhouden en afdragen, maar had dit niet gedaan. De BV ontving een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen. Het bedrijf stapte naar de rechter.

De rechter in Haarlem was het met de inspecteur eens. Volgens de magistraat ging het in dit geval om een 'papieren v.o.f.' tussen de Nederlandse BV en de Polen. Er was geen sprake van zelfstandig ondernemerschap van de Polen. Dit werd afgeleid uit het feit dat alleen de BV derden kon binden, dat de Polen zichzelf niet als vennoot maar als werknemer zagen, dat zij geen debiteurenrisico liepen en dat zij als beloning niet meer dan een uurloon kregen van de BV.

Naheffingsaanslag
Volgens de rechter zette de BV de Polen in bij opdrachtgevers om onder hun toezicht of leiding werkzaamheden te verrichten. Er was sprake van uitzendovereenkomsten tussen de BV en de Polen en dus van privaatrechtelijke dienstbetrekkingen. De BV had loonheffing moeten inhouden en afdragen. De onderneming moest de naheffingsaanslag betalen.

Op de werknemer die een bedrijfsongeval is overkomen, rust niet de plicht om te bewijzen hoe het ongeluk precies heeft kunnen gebeuren. Wanneer de precieze toedracht van het ongeval onduidelijk blijft, komt dat niet voor risico van de werknemer, maar van de werkgever. Dat geldt eveneens voor de verhouding tussen uitzendbureau en uitzendkracht.

Bron: Gerechtshof te Leeuwarden, 22 mei 2008, LJN: BD2318

De minimumlonen worden twee keer per jaar aangepast aan de ontwikkeling van de cao-lonen.

Meer weten? Klik hier voor een overzicht.

bron: Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Hoe hoog is het wettelijk minimumloon?
Iedere werknemer tussen de 23 en 65 jaar oud moet tenminste het wettelijk minimumloon en vakantiebijslag krijgen. Dat staat in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De bedragen van het minimumloon worden ieder half jaar (in januari en juli) aangepast aan de gemiddelde ontwikkeling van de cao-lonen in Nederland.

Minimumjeugdloon
Voor jongeren tussen de 15 en 23 jaar geldt het minimumjeugdloon. Bij de hoogte van het minimumjeugdloon wordt gekeken hoe oud iemand is. Dat betekent dat een jongere tot z’n 23ste na iedere verjaardag recht heeft op meer loon.

Flexwerkers
Ook flexwerkers hebben recht op het wettelijk minimumloon. Flexwerkers zijn bijvoorbeeld thuiswerkers of oproepkrachten.

Hoe is het minimum(jeugd)loon opgebouwd?
Het wettelijk minimum(jeugd)loon gaat uit van het bruto loon bij een normale arbeidsduur, dus zonder overwerk. Dit loon wordt aan de werknemer uitbetaald over de afgesproken betalingstermijn: per week of per maand.

Dat bruto loon kan uit verschillende uit geld bestaande elementen zijn opgebouwd:

• contractueel overeengekomen (basis)loon
• toeslagen voor bijvoorbeeld prestatie, ploegendienst, onregelmatige werktijden, wachtdienst,     werkomstandigheden
• vaste beloningen voor de omzet die de werknemer maakt en die elke betalingstermijn worden uitgekeerd
• beloningen van derden die uit het werk voortvloeien, bijvoorbeeld fooien, en waarover een regeling is getroffen tussen werkgever en werknemer

Het totaal van deze bedragen mag dus niet minder zijn dan het minimumloon.
Aan de andere kant tellen sommige inkomsten in geld niet mee bij de bepaling van het minimum(jeugd)loon:

• geld verdiend met overwerk
• vakantiebijslag
• winstuitkeringen
• speciale uitkeringen, bijvoorbeeld een incidentele uitkering voor een behaalde omzet
• uitkeringen op termijn die onder bepaalde voorwaarden worden toegekend (bijvoorbeeld pensioen en spaarregelingen waaraan de werkgever bijdraagt)
• vergoedingen voor kosten die de werknemer voor zijn werk heeft moeten maken
• eindejaarsuitkeringen
• werkgeversbijdrage in ziektekosten

Betaalt u wel voldoende?
Betaalt u een werknemer minder dan het minimumloon, dan overtreedt u de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
Uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat onderbetaling regelmatig voorkomt bij kleine bedrijven, met minder dan tien werknemers. Ook blijkt uit het onderzoek dat het bruto loon voor directieleden, meewerkende partners en kinderen dikwijls te laag wordt vastgesteld.

Een werknemer heeft vijf jaar de tijd om te eisen dat u het achterstallige loon alsnog betaalt. Voor achterstallige vakantiebijslag is die termijn korter: twee jaar. De onderbetaalde werknemer kan hierover een rechtzaak tegen u beginnen. Hij kan ook een klacht indienen bij de Arbeidsinspectie.

Let op
Werkgevers die werknemers minder uitbetalen dan het wettelijke minimumloon, krijgen daarvoor direct een boete van de Arbeidsinspectie. De hoogte van de boete hangt af van de mate van ontduiking en bedraagt maximaal 6700 euro per werknemer. Ook kan de Arbeidsinspectie deze werkgevers een dwangsom opleggen om ze te verplichten alsnog het minimumloon uit te betalen.

Dat staat in een brief die hij donderdag naar de Tweede Kamer stuurt. Op dit moment is alleen het uitzendbureau aansprakelijk voor het loon.

Donner reageert op voorstellen van de Algemene Bond van Uitzendbureaus (ABU), om niet-bonafide uitzendbureaus aan te pakken. De minister steunt het pleidooi van de ABU om de registratie van uitzendbureaus te verbeteren. Daardoor ontstaat meer transparantie en werkt zelfregulering van de branche beter.

Periodieke keuring
Geregistreerde bureaus kunnen een certificaat aanvragen. Dat geeft aan dat het uitzendbureau zich onderwerpt aan een systeem van periodieke keuring.

In maart van dit jaar waren er al meer dan 1500 gecertificeerde uitzendbureaus. Toch zijn er volgens de ABU nog steeds 6000 niet-bonafide bureaus.

IEX berekende dat Davis vorig jaar goed was voor een nettosalaris van 9,5 miljoen euro. Dat zou volgens de beleggingssite eigenlijk 4,2 miljoen euro moeten zijn, als wordt gekeken naar vooral de aandeelhouderswaarde die Reed Elsevier onder leiding van Davis creëerde en de prestatie van het concern ten opzichte van sectorgenoten.

IEX kwam ook onderbetaalde topmannen op het spoor. Het meest bekaaid komt de vertrekkende bestuursvoorzitter Alain de Taeye van kaartenmaker Tele Atlas ervan af. Hij verdiende een kleine 500.000 euro, terwijl hij volgens de berekeningen van de beleggingssite recht had op 6 miljoen euro. Beleggers in Tele Atlas profiteerden van de overnamestrijd om de kaartenmaker die uiteindelijk werd gewonnen door TomTom.

Wanneer uw werknemer al een tijdje ziek is en er geen uitzicht op een spoedig herstel is, dan is de verleiding soms groot om met uw werknemer af te spreken dat er een einde aan de arbeidsovereenkomst komt.
Als u al een tijdje met een lastige werknemer in de clinch ligt (om welke reden dan ook), is dat niet anders.

Bij de beëindigingsovereenkomst moet u altijd de belangen van de werknemer in de gaten houden. Controleer daarbij altijd of de werknemer echt meent wat hij zegt. Ook moet u (hoe vreemd dat misschien mag klinken) de werknemer wijzen op de mogelijk nadelige gevolgen van een overeenkomst.

In dit recent gepubliceerde arrest oordeelde het hof in Den Bosch dat de werkgever niet mocht vertrouwen op de verklaringen van de werknemer.
www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn==BD3939

Het gevolg?
De werkgever moet de werknemer ondanks de gemaakte afspraken het loon vermeerderd met een wettelijke verhoging doorbetalen.
U bent gewaarschuwd.

Staatssecretaris De Jager wil de tarieven voor het successie- en schenkingsrecht weliswaar verlagen, belasting zal er nog steeds betaald moeten worden. Uit het interview van vorige week zondag met fiscalist Willem Jan Vermeer, partner bij Ernst & Young, bleek dat ouders en grootouders er goed aan doen om kapitaal belastingvrij aan de volgende generatie door te geven. Al bij kleine vermogens scheelt dat later belasting.

Slim schenken is het belangrijkste wapen tegen successierecht. Alles wat tijdens het leven geschonken wordt, valt later niet in de nalatenschap. U mag aan iedereen elk jaar € 2688 (vrijstellingsbedrag in 2008) schenken. Voor kinderen geldt een vrijstelling van € 4479, voor kinderen vanaf 18 tot en met 34 eenmalig op te rekken naar € 22.379. "Als jaar op jaar zulke vrijstellingen worden benut, kan er veel vermogen belastingvrij worden doorgeschoven", stelt Vermeer.

Schuldigerkenning
Maar hoe schenk je als het vermogen vooral uit grond of de eigen woning bestaat? Dan kan er een 'papieren schenking' worden gedaan. Deze schenking wordt in een (notariële) akte vastgelegd als zijnde een schuld die pas op een bepaald moment opeisbaar is (meestal bij overlijden). Over de papieren schuld moet wel jaarlijks rente betaald worden, zodat er jaar op jaar geld belastingvrij naar de begunstigde gaat. De Jager heeft eerder te kennen gegeven hier geen voorstander van te zijn, maar zijn kritiek lijkt zich met name op een te hoge rente te richten. Hoe hoger die rente, des te meer vermogen er aan heffing ontsnapt.

Herroepelijke schenking
Een ontbindende voorwaarde in de schenkingsakte kan de schenking, alsmede het eventueel geheven schenkingsrecht terugdraaien. Een ontbindende voorwaarde is bijvoorbeeld dat de schenker zelf onverhoopt financiële problemen krijgt. Echter, en daarin zit naast de flexibiliteit om zaken achteraf te veranderen het grote voordeel: de 'vruchten' van hetgeen geschonken is, zoals rente en dividend, komen ten goede aan de begunstigde en hoeven niet teruggegeven te worden. "In praktijk zie je dat dit wel wordt gebruikt om een aandelenpakket vlak voor dividenduitkering aan de kinderen te schenken. Na uitkering van het dividend - dat onbelast bij de kinderen terechtkomt - wordt de schenking herroepen", stelt Vermeer. "Niet netjes, maar volgens de wet mag het."

Keuzetestament
Een keuzetestament biedt de langstlevende partner de keuze tussen toedeling van de gehele nalatenschap of het vruchtgebruik, met daarnaast het recht tot het kiezen van goederen uit de nalatenschap. Goederen die naar verwachting sterk in waarde zullen stijgen kunnen alvast met een waardedrukkend vruchtgebruik aan de kinderen worden nagelaten. Vermeer: "Denk aan aandelen in het familiebedrijf. Die stijgen in principe elk jaar in waarde. Het snijdt hout om deze direct aan de kinderen na te laten en niet te wachten tot de langstlevende komt te overlijden zodat de fiscus deze aandelen tegen een hogere waarde kan belasten." Ook (de helft van) de eigen woning - deze stijgt ook in waarde - kan aan de kinderen worden toebedeeld, waarbij de langstlevende ouder het vruchtgebruik krijgt. Volgens Vermeer leidt dit tot belangrijk fiscaal voordeel.

Ik-opa-clausule
Bij de 'ik-opa-clausule' in een testament schuiven grootouders min of meer rechtstreeks vermogen naar de kleinkinderen. Zonder dat dit tweemaal - eerst bij de ouders, jaren later nog eens bij de kleinkinderen - wordt belast. Zij regelen dat hun kinderen alleen erven indien ze een renteloze schuld aan hun eigen kinderen, de kleinkinderen, erkennen. Allereerst is het successierecht over de nalatenschap van opa vaak lager. Bovendien betalen de kleinkinderen van opa op het moment dat hun eigen ouders overlijden, geen heffing over de renteloze schuld. "De schuld mag ook rentedragend zijn waardoor de schuld elk jaar groeit. Grootouders willen hun eigen kinderen echter vaak daarmee niet opzadelen. Fiscaal gezien is het resultaat dan wel nog groter", aldus Vermeer.

Ouder als aandeelhouder
Onder voorwaarden geldt er bij vererving van aanmerkelijkbelangaandelen (een belang van ten minste 5% in een bedrijf) een vrijstelling van 75% van de waarde ervan. Een ouder die een belang neemt in het eigen bedrijf van een kind, bereikt ten eerste dat het kind dankzij de investering meer financiële armslag krijgt. Bij overlijden van de ouder erft het kind bovendien het genoemde deel van het eigen bedrijf terug, waarbij 75% van de aandelen onbelast is. Vermeer: "Je behaalt niet alleen een enorm fiscaal voordeel, maar bent ook met de volgende generatie in overleg over de groeistrategie van het familiebedrijf. Dat kan erg leuk zijn."

Bron: De Telegraaf

De Hoge Raad heeft vrijdag beslist dat werkgevers niet zelf hoeven op te draaien voor snelheidsovertredingen van hun werknemers.

De Hoge Raad maakt met deze uitspraak een einde aan een wijdverbreid misverstand dat de werkgever de kleine snelheidsovertredingen van zijn werknemers maar voor lief  heeft te nemen en de bekeuringen moet betalen. Meer daarover treft u het volgende bericht, http://www.nuzakelijk.nl/20080613/hrm/tpg-post-hoeft-boete-werknemer-niet-te-betalen

Laat u zich echter niet verleiden door de suggestie dat u in de CAO of de arbeidsovereenkomst met de werknemer kunt afspreken dat u zijn bekeuringen wel zult betalen. Dit is niet in uw belang.

U mag van de werknemer die in uw auto rijdt, zeker wel verwachten dat hij zich aan de verkeersregels houdt. Werknemers die de verkeersregels aan hun laars lappen, zijn niet alleen een slechte reclame voor uw bedrijf maar leveren ook een extra risico op.

De WA-verzekeraar van uw voertuig zal ook wanneer een ongeval veroorzaakt is door te hard rijden, de schade aan de wederpartij waarschijnlijk wel vergoeden maar hoe zit dat met uw aansprakelijkheid voor de schade van de werknemer? Wat doet u als de werknemer na een aanrijding arbeidsongeschikt wordt? 

Ons advies:

Spreek vooral met uw werknemers af dat zij te allen tijde zelf aansprakelijk zijn voor hun eigen verkeersgedrag en de door hen veroorzaakte overtredingen. 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

1. Sta nooit alleen de FIOD te woord. Zorg altijd voor getuigen
2. Bel zo spoedig mogelijk een deskundige advocaat
3. Geef geen antwoord op vragen van de FIOD voordat u uw advocaat heeft gesproken
4. Als getuige bent u nooit verplicht de FIOD te woord te staan
5. Als verdachte heeft u zwijgrecht
6. Besef: alles wat u zegt kan tegen u worden gebruikt
7. Blijf vriendelijk en correct maar gedraag u formeel
8. Meer informatie: lees het artikel van Hans Peek: "Help, de FIOD is binnen"

Bron: www.peek-utrecht.nl, advocaten in belastingzaken.

De dienst heeft extra personeel vrijgemaakt voor de controles. In totaal worden tweehonderd controleurs ingezet om horecazaken te bezoeken, zo bevestigde een VWA-woordvoerder dinsdag een bericht in De Telegraaf. Een ondernemer die in overtreding is, krijgt in eerste instantie alleen een waarschuwing. Bij herhaling delen de controleurs echter een boete uit van 300 euro.

Als dezelfde ondernemer binnen een periode van twee jaar nog een keer tegen de lamp loopt, wordt de boete verdubbeld. Bij herhaling kan dit oplopen tot een bedrag van 2400 euro.

Bron: ANP

Waarom wordt juist zij per 1 mei 2008 bij de rechtbank in Dordrecht tot rechter, vraagt het Algemeen Dagblad zich af (Vgl. ook het veelgelezen: Advocaten Spong en Taekema willen onmiddellijke aanhouding aanklagers Schiedamse parkmoord, met zwart op wit het fragment van het schenden van de gerechtvaardigde belangen van de verdediging in een strafzaak).
De krant haalt advocaat Gerard Spong aan en Peter van Koppen. Eerst de rechtspsycholoog, die een heel boek wijdde aan de Schiedammer Parkmoord:
"Er zijn officieren die fouten maken en officieren die gróte fouten maken. Edelhauser valt in de laatste categorie,'' zegt de hoogleraar rechtspsychologie. Als officier van justitie in het onderzoek naar de Schiedammer parkmoord besloot Edelhauser de rapportages van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) uit het dossier te houden.
Strafpleiter Spong in het AD: "Ik vind dit geen verstandige beslissing. Elke rechter in dit land moet volstrekt integer zijn en een onbevlekt blazoen hebben".
Rechtbank Dordrecht zegt dat bij de sollicitatie van Edelhauser de kwestie 'uitgebreid' aan de orde is geweest, maar dat er geen reden was haar niet te benoemen, aldus meldde de Rotterdamse krant gisteren.

Bron: Juridisch Dagblad

Quote-500 notering
Met het nodige gevoel voor spanning en sensatie doet mr. Jan Hermans, de voorzitter van het managementteam van de FIOD, gevestigd in Utrecht, uit de doeken waar de FIOD op uit is: alleen de grootste en meest smeuïge zaken worden aangepakt. Bij voorkeur met bekende en grote namen. Een ‘Quote-500’ notering is nog net niet als formeel vereiste opgenomen in de eigen (Aanmeldings-, Transactie en Vervolgings-)richtlijnen maar bepaalt feitelijk wel de prioriteitstelling.

Vastgoedwereld, beleggings- en faillissementsfraude
Personen met een voorbeeldfunctie worden eerder vervolgd. Grote aansprekende namen worden er eerder uitgepikt. Vanwege de uitstraling en het generaal preventieve effect dat daar van uit gaat. Op zich werkt dat ook zo want de vastgoedhandel en de bouw hebben al gevoelige klappen gekregen. Het vertrouwen om met elkaar zaken te doen is weg.

Bijzondere opsporingsmethoden
De voorbereiding van grote acties wordt steeds professioneler. Duurt ook langer. Nu worden al vóórdat tot doorzoekingen wordt overgegaan, telefoons en besprekingen in kantoren afgeluisterd. Van tevoren worden op heimelijke wijze microfoons aangebracht. Al die gesprekken moeten worden uitgeluisterd en – indien relevant – vastgelegd. Het resultaat is meestal mager maar soms verbluffend. Opmerkelijk is dat de FIOD kennelijk op alle vestigingen ‘een eigen tapfaciliteit’ heeft om telefoonverkeer af te luisteren. Dit staat op gespannen voet met de wet. In geen enkel land – zelfs niet in de V.S. - wordt zoveel afgeluisterd als in Nederland. De Big Brother-award 2007 is niet voor niets uitgereikt aan U, ‘de Nederlander’. Ons volk geeft het minst om de eigen privacy.

Kleine zaken vallen af
Hermans geeft toe dat alle aandacht voor de grote namen er soms toe leidt dat sommige collega’s werk en kleinere zaken uit hun handen moeten laten vallen voor de grote zaak. Uit het oogpunt van gelijkheid voor de wet een merkwaardig verschijnsel. Alles wijst er op dat de FIOD steeds meer sensatiebelust wordt. En daardoor misschien ook hoogmoedig.

Resultaat?
Veroordelingen in grote zaken zijn er in aantal een stuk minder dan zaken waarmee de FIOD (in de vastgoedfraude bijna dagelijks in het FD) in de publiciteit treedt. Geldt ook hier het motto: blaffende honden bijten niet? Al deze opsporingsinspanning kost de Nederlandse belastingbetaler in elk geval veel geld. Cijfers over geïnde belastingen als gevolg van de opsporing kon Hermans dan ook niet geven: “Het invorderingstraject loopt nog.’ Cijfers over wat de FIOD kost, zijn nog minder bekend.

Bron: Peek van de Week

Douane heeft controle- en opsporingsbevoegdheden
Alle douaneambtenaren hebben opsporingsbevoegdheid. Weten zij met die bevoegdheden om te gaan en wat het verschil is opsporing en controle? Een voorbeeld hoe de douane op Schiphol buitenproportioneel gebruik maakt van haar bevoegdheden, is te vinden in een vonnis van de politierechter te Haarlem van 23 november 2007.

Controle op de luchthaven
Passagier komt 19 december 2006 op Schiphol vanuit Atlanta (VS) en loopt door de groene doorgang (“niets aan te geven”). Een ambtenaar vraagt waar de passagier zijn polshorloge heeft gekocht. De man antwoordt dat hij niet precies weet waar het gekocht is, want hij heeft het een paar jaar geleden gekregen. Het is een ‘pilot’ horloge van het merk Breitling. Hij is piloot en heeft het gekregen van zijn vriendin toen hij zijn vliegbrevet had gehaald. Hij ontkent dat hij het op deze reis in de VS had gekocht.

Kafkaïaanse ontwikkelingen
Een plausibel verhaal maar de man moet het horloge afdoen en aan de verbalisant afstaan. Hij voldoet aan dit verzoek. Een collega neemt de zaak over en vertelt dat de passagier de juistheid van zijn verklaring moet aantonen. De man legt uit dat hij dat wel kan; hij zal dan zijn vriendin moeten raadplegen maar zegt dat hij het niet eens is met deze procedure.
De douane neemt het horloge in bewaring en vraagt de man om zijn paspoort te overleggen. De man zegt dat hij zich dan liever laat aanhouden om de zaak zo aan de orde te kunnen stellen. Vervolgens wordt hij aangehouden.

Na een verhoor door de marachausse gaat de man terug om zijn horloge op te halen. Hij krijgt dat pas mee als hij de BTW (€ 375) betaalt. Hij betaalt dit bedrag omdat het horloge emotionele waarde voor hem heeft.
Een paar weken later krijgt de verdachte het geld terug nadat hij had aangetoond dat het horloge inderdaad in Nederland was aangeschaft.

Strafzaak
Je zou denken dat de zaak hiermee is afgedaan maar niets is minder waar. De piloot ontvangt een dagvaarding voor een strafzaak omdat hij opzettelijk niet zou hebben voldaan aan een bevel of vordering van een douaneambtenaar door opzettelijk niet mee te werken aan een (douane)controle.
Volgens de officier van justitie rustte op de verdachte de bewijslast dat het horloge in Nederland was aangeschaft. Zo’n omkering van de bewijslast zou volgen uit het Communautair Douanewetboek, waarna verdachte verplicht was aan alle vorderingen en bevelen van de douane te voldoen. De verdachte bestrijdt de stelling dat hij de bewijslast zou hebben.

Oordeel van de politierechter: vrijspraak
De rechter verwijst naar een arrest van de Douanekamer van het Hof Amsterdam d.d. 11 december 2003. Samengevat overwoog het hof daarin het volgende
Bij particulieren staat als doel voorop dat het reizen niet ernstig moet worden belemmerd en dat de bewijslast ten aanzien van de status van goederen, die op het eerste gezicht niet voor handelsdoeleinden zijn bestemd en die naar algemeen gebruik tot een normale bagage of dracht gerekend mogen worden, niet primair op de reiziger mogen drukken. Slechts bij ‘gerede twijfel’ en aan de hand van objectieve criteria kunnen de douanautoriteiten van belanghebbende nader bewijs verlangen.
Het gaat in casu om één horloge die verdachte bij terugkomst uit de VS om zijn pols droeg. Dit was op het eerste gezicht niet voor de handel bestemd en kan tot een normale dracht worden gerekend. Dan mag de douane volgens het arrest van het hof uit 2003 slechts nader bewijs verlangen als er gerede en objectieve twijfel bestaat over de juistheid van de verklaring van de reiziger.
Uit niets bleek dat die twijfel bestond en kon bestaan. Reeds daarom was de douane niet bevoegd om van verdachte te vorderen dat hij zou meewerken aan de inbewaringneming van het horloge en dat hij in dat kader zijn paspoort moet overleggen. Er is geen enkel objectief gegeven dat aanleiding zou kunnen zijn geweest voor gerede twijfel aan de verklaring van de verdachte dat het horloge in Nederland was aangeschaft. Verdachte hoefde dus niet aan de controle mee te werken en is derhalve vrijgesproken.

Wat zegt dat over de douane en de officier van justitie?
Douaneambtenaren met opsporingsbevoegdheid behoren een belangrijk arrest als dat van het Hof Amsterdam uit 2003 te kennen en standaard als beleid uit te voeren. Ruim drie jaar na dato handelt douane Schiphol nog steeds in strijd met deze rechterlijke beslissing. Nog merkwaardiger is de officier van justitie die in deze zaak tegen de rechtspraak in tot strafvervolging is overgegaan. Dit onrechtmatig (of slordig?) gebruik van bevoegdheden kost onze samenleving heel veel geld.

Bron: Peek van de Week

Successierecht is ‘toegevoegd leed bij sterven’
Onder deze titel schreef drs. C. Overduin FB van Arenthals Grant Thorton een artikel in het Financieel Dagblad van 21 februari jl. Na een leven van hard werken en eerzaam belasting te hebben betaald over het verdiende inkomen hebben burgers soms meer, soms minder kapitaal opgebouwd. Bij overlijden krijgen nabestaanden niet zelden een hoge aanslag successierecht ‘cadeau’. Voor enkele zeer schrijnende situaties (denk aan echtgenoten of samenwonenden, waarbij een van de partners op het laatst niet meer thuis kan worden verzorgd) heeft de wetgever een uitzondering bedacht. De Hoge Raad legt de eisen die aan dit soort situaties worden gesteld echter zeer strikt uit. Terecht wijst Overduin er op dat de wetgever niet zou moeten willen dat belanghebbenden dan geforceerde constructies gaan bedenken, zoals het voor de vorm aanhouden van een kamer voor de zieke partner. Maar de wetgever lokt dergelijke constructies wel uit in situaties dat belastingheffing als onrechtvaardig wordt beschouwd. Successierecht wordt immers steeds breder gevoeld als diefstal door de staat.

Kapitaalvlucht
Een oplossing die welgestelden zich kunnen permitteren is het zuur verdiende spaargeld wegzetten via een trust en/of op een rekening in een belastingvrijstaat. We kennen in Europa zeer veel van die staatjes: Monaco, Zwitserland, Luxemburg, Liechtenstein, Andorra, de Kanaaleilanden. Maar er zijn ook genoeg landen buiten Europa. De lidstaten van Europa houden hun eigen ‘tax havens’ in stand. Dan moeten onze regeringen niet zo hypocriet zijn dat zij allerlei ‘constructies’ via dergelijke staten willen bestrijden. Wij houden deze ‘tax free shops’ immers met z’n allen in stand. Mits aan een aantal eisen wordt voldaan gaat het hier om legale belastingvermijding en niet om illegale belastingontduiking. Het ontgaan van belasting is niet moreel verwerpelijk. Dat is het recht van ieder mens.

Multinationals
BV Nederland vindt de vestiging hier te lande van multinationals zo belangrijk dat deze zeer grote ondernemingen door onze regering allerlei faciliteiten en rulings worden gegund om niet of nauwelijks belasting te betalen (zie NRC 21 februari 2008). Ook dat lokt onrechtvaardigheidsgevoelens en belastingbesparend gedrag uit.

Belastingontduiking
Burgers die té gemakkelijk en goedkoop rijker willen worden door hun spaargeld simpelweg op een bankrekening te zetten in een belastingvrijstaatje maar daar zelf over blijven beschikken en de rente niet aangeven, kunnen tegen de lamp lopen. Dan is wel sprake van belastingontduiking en fraude. Hoezeer dergelijk handelen kan zijn uitgelokt door de vrees voor te hoge successierechten of andere onrechtvaardigheidsgevoelens, moet dergelijk handelen wettelijk toch als strafbaar worden beschouwd. Maar of dat ook moreel verwerpelijk is, is dus nogal betrekkelijk.

Utrecht, 22 februari 2008 , Peek van de Week

Hoogwaardigheidsbekleder strafbaar
Oud-AFM bestuurder en rechter A.W. Kist had in zijn tijd als voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten in functie voorkennis bij de handel in aandelen maar deze voorkennis had volgens het OM ‘geen enkele rol’ gespeeld bij de verkoop. Het leverde een bericht op in het Financieele Dagblad van 16 april 2008, maar was verder niet nadrukkelijk in het nieuws. Opmerkelijk.

Maar niet vervolgd
Medio vorig jaar verkocht Kist 410 aandelen Fortis voor circa € 10.000,-. Hij wist op dat moment dat Fortis aasde op de ABN Amro bank. De aandelen zijn daarna aanzienlijk in waarde gedaald. Het is opvallend dat het OM zo snel weet te melden dat dit ‘in beginsel strafbaar’ is, maar dat er geen strafrechtelijke vervolging wordt ingesteld omdat de voorkennis van Kist geen rol zou hebben gespeeld bij de verkoop. Kist beroept zich er op dat het OM en de AFM zeggen dat er geen integriteitsprobleem is. Hoe weet het OM dat zo zeker?

Beslissing rammelt en is niet transparant
Het OM baseert zich op een rapportje van tien bladzijden van het AFM, het toezichthoudend orgaan waarvan Kist op dat moment zelf voorzitter is. ‘Erg dom’ zegt het AFM en daar blijft het kennelijk bij. Voorts neemt het OM bij zijn beslissing een adviesje in aanmerking van de advocaat die Kist (of het AFM?) heeft ingeschakeld. En wie is die advocaat: oud-officier van justitie mr. H.J. Biemond, 'part of the establishment'.

Kist zou volgens de AFM “niet bewust” misbruik hebben gemaakt van de voorkennis. Waar hebben we die tekst eerder gehoord? Officier van justitie Tonino die een PC op straat dumpte met een veelvoud aan kinderporno op de computer. Ook toen was het OM er als de kippen bij om te bezweren dat Tonino de porno “niet bewust” op zijn PC had binnengehaald.

Op geen enkele wijze wordt duidelijk of het OM de stellingen van AFM en Biemond enigszins kritisch heeft getoetst. Kist heeft in 2007 ook nog maandenlang gerommeld met aandelen ABN Amro. De prooi. Kist zegt dat hij zich bewust was van de fout en zelf de zaak heeft aangemeld bij de afdeling Compliance van de AFM. Maar het is niet bekend wanneer en hoe dat gemeld is. En waarom houdt Kist geheim welke bank als eerste twijfels had? Hij stelt voorts niet te hebben geweten dat hij aandelen Fortis in zijn bezit had, terwijl hij nota bene zijn effecten heeft moeten aanmelden bij de afdeling Compliance. Kist beweert verder met droge ogen dat de ‘timing’ bij een bod van Fortis op ABN Amro geen voorkennis zou opleveren omtrent de koersbewegingen van aandelen Fortis. Kortom: zijn hele verhaal roept meer vragen op dan dat het beantwoord.

Ongelijke behandeling
Het OM – oud collega’s van Biemond – ziet in dit geval kennelijk geen reden voor een aanhouding, verhoren door de FIOD en/of Rijksrecherche – die overigens standaard zeer mild is voor collega-ambtenaren - het afluisteren van zijn telefoon, het plaatsen van camera’s in zijn kantoor en huis, laat staan inbeslagneming van huis en haard, dure hobbygoederen, etc. Hoe anders is het recht en de behandeling ten aanzien van de iets meer gewone ondernemer, onderneming of particulier die verdacht wordt van strafbare feiten?

De richtlijnen schrijven aan het OM voor dat ‘maatschappelijk aansprekende personen’ voor fraude met voorrang worden vervolgd. Hier is sprake van zo’n persoon. Gezien het verschil in behandeling is dit vervolgingsbeleid op papier van het OM in de praktijk geheel ongeloofwaardig. Dit riekt naar klassejustitie en afscherming van personen van de staat. Gaat Nederland op Italië lijken?

Utrecht, 24 april 2008, Peek van de Week

Komt uw leverancier zijn verplichtingen niet na?
Gebruik de volgende tips om problemen te voorkomen.

1. Weet wat u afspreekt
Voordat u uw leverancier ervan beschuldigt zich niet aan de afspraken te houden, moet u zekerheid hebben over wat u heeft afgesproken. Leg daarom afspraken schriftelijk vast, telkens weer. Mondelinge afspraken zijn net zo bindend als schriftelijke, maar met schriftelijk bewijs staat u sterker. U kunt er uw leverancier mee aanzetten zijn verplichtingen alsnog na te komen. Of de rechter overtuigen, mocht het toch op een proces uitlopen.
U hoeft afspraken niet altijd in afstandelijke taal of in een formeel opgezet document vast te leggen. Een vriendelijke bevestigingsbrief in klare taal kan wonderen doen. Een bijkomend voordeel is dat u zo het contact met de leverancier openhoudt. Overigens kunnen alle paperassen van waarde zijn, zelfs handgeschreven kladjes.

2. Overhandig algemene voorwaarden
Vergeet niet uw algemene voorwaarden te voegen bij de brieven die u verzendt, zeker niet in het begin van een relatie met een leverancier. En ken uw eigen algemene voorwaarden. Anders maakt u misschien afspraken die in strijd zijn met uw eigen algemene voorwaarden. Uw leverancier heeft ongetwijfeld ook algemene (leverings-)voorwaarden. Onderzoek of ook hierin geen bepalingen zijn opgenomen die botsen met uw eigen algemene voorwaarden of die botsen met wat u met uw leverancier denkt te zullen afspreken.

3. Wat wilt u bereiken?
Als u constateert dat uw leverancier niet volgens afspraak presteert, analyseer dan welke mogelijkheden u heeft. Zet uw leverancier vervolgens nauwgezet en schriftelijk uiteen wat u van hem verlangt en onder welke voorwaarden. Schets ook wat u gaat doen als hij (opnieuw) niet op uw eisen ingaat. Het is verstandig dit soort brieven per aangetekende post met handtekening retour te versturen. Zo weet u zeker of ze aankomen en dat kan belangrijk zijn als het op schadevergoeding aankomt.
Wellicht weet of vermoedt u al voordat geleverd moet worden dat uw leverancier niet zich aan de afspraken zal houden. Ook in dat geval kunt u beter meteen schriftelijk reageren.
Ook als u afhankelijk bent van uw leverancier, bijvoorbeeld omdat het de enige is in zijn soort, hoeft u niet werkloos af te wachten. Ook dan is het, wederom in het licht van eventuele schadevergoeding, verstandig schriftelijk beklag te doen en eisen te stellen.

4. Schadevergoeding
Als u een schadevergoeding eist vanwege het uitblijven van een juiste levering, is het aan u te bewijzen dat u daadwerkelijk schade lijdt. Maak daarom een duidelijk en zo gespecificeerd mogelijk overzicht van al uw financiële leed.
Uw leverancier kan zich beroepen op overmacht om zijn tekortkomingen te rechtvaardigen. Overmacht is de situatie dat uw leverancier tekort schiet, maar dat hem dat niet kan worden aangerekend. Bij overmacht heeft u, op enkele uitzonderingsgevallen na, geen recht op schadevergoeding. Of inderdaad sprake is van overmacht, is een lastige juridische kwestie.

Het is volgens de rechter niet toegestaan om achteraf andere kosten aan te voeren om de vaste onkostenvergoeding te onderbouwen.

Veel werkgevers werken met een vaste onkostenvergoeding. Dat is makkelijk en vrijgesteld voor de loonheffingen. U moet dan wel de opbouw van de vergoedingen per kostencategorie naar aard en geschatte hoogte van de kosten specificeren. Op verzoek van de inspecteur moet u steekproefsgewijs een onderzoek naar de werkelijk gemaakte kosten uitvoeren. Uw specificatie vooraf wordt streng beoordeeld; dat blijkt wel uit de volgende uitspraak.

Praktijksituatie
Een metselbedrijf betaalde sinds jaar en dag een vaste kostenvergoeding van 4 gulden (1,82 euro) per dag aan werknemers. Deze – vooraf niet gespecificeerde – vergoeding was gerelateerd aan de CAO-vergoeding. In de CAO was een standaardvergoeding opgenomen van 0,82 euro voor werkkleding, 0,50 euro voor laarzen en 0,50 euro voor gereedschap. Met het oog op de toekomst had het bedrijf met de inspecteur een afspraak gemaakt over een kostentoets. Veertien door de inspecteur uitgekozen werknemers hielden de kosten bij en moesten de bonnen bewaren.

Omdat een aantal werknemers zich niet aan de afspraak had gehouden (geen bonnen bewaard) kwam de inspecteur tot de conclusie dat de vaste onkostenvergoeding te hoog was. Daarom legde hij het bedrijf een naheffingsaanslag loonbelasting op met boete. Het bedrijf meende, dat een deel van de vergoeding kon worden aangemerkt als koffiegeld.

Uiteindelijk oordeelde de rechter, dat dit niet kon. Voor een eenmaal vastgestelde vooraf gespecificeerde vaste onkostenvergoeding mag een werkgever niet achteraf andere kosten opvoeren. Anders gezegd: koffiegeld kan niet dienen ter onderbouwing van kosten van werkkleding, laarzen en gereedschap. De uitkomst was anders geweest als het bedrijf het koffiegeld dus vooraf had opgenomen als onderdeel van de onkostenvergoeding.

Stem de onkostenvergoeding voor uw personeel goed af
Het is raadzaam om de vaste onkostenvergoeding vooraf met de belastingdienst af te stemmen. Ga na of u alle kosten in de specificatie heeft opgenomen. De CAO kan daarbij een goed uitgangspunt zijn, maar u moet de werkelijke kosten kunnen aantonen.

Bron: www.gibogroep.nl

De zaak
Sinds 1989 was een 39-jarige man in dienst bij zijn werkgever. Zijn laatste functie was die van voorman. Hij was daardoor medeverantwoordelijk voor de goede sfeer in het bedrijf en verplicht tot naleving van de interne voorschriften door de werkgever gegeven. De werkgever en de werknemers waren bovendien overeengekomen dat discriminatie op grond van huidkleur, geloof, seksuele geaardheid, geslacht, alsmede seksuele intimiteiten, intimidatie, agressie of geweld niet getolereerd zouden worden. Overtreding van een van de voorschriften zou met een disciplinaire maatregel worden bestraft. Bovendien, herhaalde overtreding kon een dringende reden voor ontslag opleveren.

Ongeval
Een tijdje terug had er bij de werkgever een ernstig ongeval met een heftruck plaatsgevonden Het bedrijf had daarom alle medewerkers, waaronder de voorman, er in een interne mededeling op gewezen dat men nooit met een heftruck mag gaan rijden zolang er mensen dicht in de buurt zijn. Twee collega’s van de voorman hadden echter met hun mobiele telefoon een aantal filmpjes gemaakt met daarop gedragingen van de voorman naar een andere collega toe. De twee collega’s hadden deze filmpjes voorzien van onder meer de teksten “effe lekker stoeien” en “homo”, en de fimpjes op internetsite youtube geplaatst.

Filmpje
Eén filmpje liet zien hoe de voorman met een vorkheftruck het kantoor nadert waar voornoemde collega aan het werk is. Deze collega ziet of hoort de vorkheftruck niet aankomen. De voorman tracht vervolgens met de lepel van de vorkheftruck de stoel waarop zijn collega zit op te tillen, wat ook lukt. De voorman stapt vervolgens van de vorkheftruck af en gaat vlak achter zijn collega staan, raakt hem met beide handen aan, maakt met zijn onderlichaam stotende bewegingen en beweegt zijn hand voor zijn kruis. De voorman loopt dan het kantoor uit en zegt “is voor jou toch heel normaal dit”.

De rechter
De rechter kon zich goed voorstellen dat de werkgever door het gedrag van de voorman geen vertrouwen meer in hem had. Daar kwam bij dat de voorman de gebeurtenissen ten onrechte bagatelliseerde. De rechter oordeelde dat in ieder geval sprake was van een dusdanige verandering van omstandigheden, dat een ontbinding van de arbeidsovereenkomst in dit geval zeker niet onredelijk was. Er was volgens de rechter geen plaats voor een vergoeding, omdat de oorzaken van het ontbindingsverzoek geheel in de risicosfeer van de werknemer lagen.

Lees hier de uitspraak van de rechtbank Haarlem.

Bron: jurofoon.nl

1. Jammer, te laat
De deadline van een subsidie is onverbiddelijk. Meestal ligt die rond 17:00 uur, maar soms wel eens om 15:00 uur. Een aantal jaar geleden was er een organisatie die de aanvraag precies vijf minuten te laat inleverde. De oorzaak: autopech van de bezorger. Een forse discussie volgde, maar de subsidieverstrekker was onverbiddelijk.

2. Subsidie om de subsidie
Regelmatig worden projecten bedacht omwille van beschikbare subsidiemiddelen. Het toeschrijven naar een regeling kan u veel geld kosten, omdat het project wel moet worden uitgevoerd. Dit heeft met name in het onderwijs voor enkele significante blunders gezorgd. Subsidie is geen doel, maar een middel, behalve voor uw subsidieadviseur.

3. Administratie op post-it notes
Tijdens een controlebezoek van de belastingdienst kreeg de inspecteur een administratie op de bekende gele post-it notes voorgeschoteld. Een forse correctie was het resultaat. Een registratie van uren hoeft niet ingewikkeld te zijn, maar post-its waren te eenvoudig.

4. Slechte interne afstemming
Stem intern het aanvragen en beheren van subsidies af of stel een coördinator aan.
Tijdens een beoordelingsprocedure bleek dat een manager voor een bepaald innovatieproject al subsidie had gekregen, maar dit niet had gemeld aan een andere afdeling. Die vervolgens ook nog eens een aanvraag ging indienen voor hetzelfde project. Ook de afdeling financiën was niet op de hoogte van de 125.000 euro subsidie.

5. Kosten maken voordat de aanvraag is ingediend
Het komt voor dat bedrijven in hun enthousiasme al zijn begonnen met het subsidieproject voordat de aanvraag is ingediend. Te vroeg starten betekent meestal dat die kosten niet in de subsidie meegenomen kunnen worden. Bij een aantal regelingen zal of de aanvraag niet in behandeling worden genomen of negatief worden beschikt.

6. Geen accounantsverklaring
Veel regeling vereisen een accountantsverklaring bij indiening van de einddeclaratie. Deze indieningsdata staan vast en de gevolgen voor te laat indienen van de einddeclaratie kunnen nog vervelender zijn dan het te laat indienen van een aanvraag.
Tijdig indienen lukt dan ook niet als u in de laatste week voor de deadline nog een accountant moet vinden die integraal door de projectadministratie moet lopen. Het is erg verstandig om de accountant vanaf het begin bij het project te betrekken.

7. Handelsnaam of statutaire naam
Veel bedrijven hebben een of meer handelsnamen. Deze zijn vaak beter bekend dan de 'echte' naam, zoals die is geregistreerd bij de KvK. Het gebruiken van een handelsnaam is echter niet toegestaan bij subsidieaanvragen en levert vrijwel altijd een definitieve afwijzing op.

8. Onbetrouwbare partner
Subsidieprojecten in samenwerking met een aantal partners zijn vaak kansrijk. Maar aan (buitenlandse) partners kleven soms ook risico’s. Met name bij projecten over onze landsgrenzen wil het nog wel eens mis gaan. Dit kan variëren van diefstal van bedrijfsinformatie tot aan belastings- en eigendomsclaims tegen het Nederlandse bedrijf. Controleer daarom eerst de referenties van een mogelijke projectpartner via bijvoorbeeld de lokale Kamer van Koophandel, ambassade, ministerie of collega’s in de branche.

Eenmanszaak
De eenmanszaak is een bedrijf waarvan één persoon eigenaar is. Dat wil overigens niet zeggen dat er maar één persoon werkt in de onderneming of dat er geen personeel is.

Oprichtingseisen
Er gelden geen oprichtingseisen voor de eenmanszaak. Er hoeft geen akte te worden opgemaakt. Inschrijving van de eenmanszaak in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is verplicht. Alleen beoefenaren van vrije beroepen hoeven niet te worden ingeschreven in het handelsregister. Dit geldt bijvoorbeeld voor artsen en advocaten.

Aansprakelijkheid
Juridisch gezien bestaat er in de eenmanszaak geen onderscheid tussen privé-vermogen en zakelijk vermogen. Gaat het mis, dan is de kans groot dat u ook bijvoorbeeld een koophuis en inventaris bij de schuldeisers kunt inleveren. Wanneer u getrouwd bent of gaat trouwen, kan het slim zijn om huwelijkse voorwaarden te laten opstellen.

Vennootschap onder firma
De vennootschap onder firma (VOF) heeft meerdere eigenaren (vennoten of firmanten genaamd). De eigenaren kunnen bestaande personen zijn of rechtspersonen zoals besloten vennootschappen.

Oprichtingseisen
Aan de oprichting van een VOF worden geen bijzondere eisen gesteld. Hoewel het niet verplicht is een firma- of vennootschapscontract op te (laten) maken, is het raadzaam afspraken over verantwoordelijkheden en bevoegdheden en winstverdeling schriftelijk vast te (laten) leggen. Eventueel bij de notaris. De VOF moet worden ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Aansprakelijkheid
De vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk. Als de VOF haar verplichtingen niet nakomt, is iedere vennoot met zijn privé-vermogen voor 100 procent aansprakelijk, ook als deze schulden door een andere vennoot zijn aangegaan. Net zoals bij de eenmanszaak kan het verstandig zijn huwelijkse voorwaarden te laten opstellen.

Nieuwe wet
Overigens komt de Vennootschap onder Firma te vervallen. Op termijn treedt de nieuwe wet Personenvennootschappen in werking. De VOF wordt dan naar alle waarschijnlijkheid automatisch omgezet in een zogeheten Openbare Vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. De belangrijkste wijzigingen zijn:

• de vennootschap blijft bestaan bij het toe- en uittreden van vennoten tenzij het tegendeel in de overeenkomst is opgenomen.
• de vennoot die uittreedt blijft – tot maximaal vijf jaar na uitschrijving uit het handelsregister - persoonlijk verbonden voor de verbintenissen die zijn aangegaan met derden in de periode dat hij vennoot is geweest.
• een openbare vennootschap kan ook rechtspersoonlijkheid krijgen. De vennoten blijven weliswaar hoofdelijk aansprakelijk, maar de vennootschap kan wel zelf eigenaar worden goederen en zelf contracten afsluiten. Om rechtspersoonlijkheid te krijgen zult u een vennootschapsakte in een notariële akte moeten opnemen.

Meer hierover leest u op zibb.nl en op de website van de Kamer van Koophandel.

Maatschap
De maatschap is een samenwerkingsvorm tussen twee of meer personen, die maten genoemd worden. De maatschapvorm wordt vaak gekozen door vrije beroepsbeoefenaren, zoals artsen, accountants of fysiotherapeuten. De winst wordt tussen de maten verdeeld volgens een afgesproken verdeelsleutel.

Oprichtingseisen
Er gelden geen oprichtingeisen voor een maatschap. Een maatschap wordt ook niet ingeschreven in het handelsregister. Het is echter wel aan te raden om onderlinge afspraken vast te leggen bij een notaris. Een accountant of juridisch adviseur helpt u bij het maken van een maatschapcontract. In een contract legt u vast wat:

• de inbreng is van de maten
• de winstverdeling is
• de verdeling is van bevoegdheden
• er gebeurt als de maatschap wordt beëindigd

Aansprakelijkheid
Alle maten zijn aansprakelijk zijn voor gelijke delen. Dat is dus een verschil met de vennootschap onder firma. Daar is iedere vennoot voor 100 procent aansprakelijk.

Overigens komt de maatschap vermoedelijk te vervallen. Op termijn treedt de nieuwe wet Personenvennootschappen in werking. De maatschap wordt dan waarschijnlijk omgezet in een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. Dit heeft grote gevolgen, omdat de huidige maten dan ieder hoofdelijk aansprakelijk zijn voor schulden aan derden. In de huidige vorm zijn alle maten slechts voor een gelijk deel aansprakelijk. Meer hierover leest u op zibb.nl en op de website van de Kamer van Koophandel.

De Commanditaire Vennootschap (CV)
Een commanditaire vennootschap is een samenwerkingsvorm tussen twee of meer personen (vennoten). Er zijn zogeheten beherende en commanditaire (stille) vennoten. Deze zijn slechts financieel betrokken.

Oprichtingseisen
De oprichting van een commanditaire vennootschap is vormvrij, er gelden geen formele vereisten. Aangeraden wordt een schriftelijke akte op te maken waarin u vastlegt wat tussen de vennoten overeen is gekomen. Het is verplicht de commanditaire vennootschap in het handelsregister in te schrijven.

Aansprakelijkheid
Als de vennootschap haar verplichtingen niet nakomt, zijn de beherende vennoten zijn privé hoofdelijk aansprakelijk voor 100 procent. Dit geldt niet voor de commanditaire vennoten. Zij zijn slechts aansprakelijk voor het bedrag dat zij hebben ingebracht.

Overigens komt de commanditaire vennootschap vermoedelijk binnenkort te vervallen. Dan treedt de nieuwe wet Personenvennootschappen in werking. De huidige CV´s worden waarschijnlijk automatisch omgezet in openbare vennootschappen. Meer hierover leest u op zibb.nl en op de website van de Kamer van Koophandel.

De Besloten Vennootschap
De Besloten Vennootschap is een rechtspersoon, waardoor de risico’s van hoofdelijke aansprakelijkheid worden beperkt.

Oprichtingseisen
Bij de oprichting moet een BV een kapitaal hebben van 18.000 euro. Het kapitaal wordt verdeeld in aandelen. Deze zijn niet overdraagbaar en 'staan op naam'. Voor het oprichten van een BV moet de notaris akte opmaken. Ook moet het ministerie van Justitie een verkaring van geen bezwaar opmaken. Het ministerie onderzoekt of de oprichter(s) betrokken zijn geweest bij faillissementen of vermogensdelicten. Ook de BV moet worden ingeschreven in het handelsregister.

Aansprakelijkheid
U kunt niet meer geld verliezen dan het bedrag dat u in de BV hebt gestoken. Er is echter een 'maar': voor schulden ontstaan door wanbeleid kunt u wél persoonlijk aansprakelijk gesteld worden.

Overigens wordt het oprichten van een BV binnenkort een stuk eenvoudiger. De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel waarin onder meer de eis van een minimum startkapitaal van 18.000 euro afgeschaft. Hierdoor wordt het voor kleinere en startende ondernemers eenvoudiger om te kiezen voor een bv. De nieuwe wet zal naar verwachting medio 2008 in werking treden. De datum is afhankelijk van de snelheid van behandeling in de Tweede en Eerste Kamer.

Welke vorm past bij u?
Dé vraag is natuurlijk: welke rechtsvorm past bij uw bedrijf? In de praktijk kiezen starters meestal voor de eenmanszaak of de vennootschap onder firma. Ondernemers met een relatief lage winst zijn fiscaal beter af met deze rechtsvormen. Vanaf een winst van ongeveer 50.000 euro kan een BV een aantrekkelijk alternatief worden voor een eenmanszaak. Het kabinet heeft in de miljoenennota aangekondigd dat de vennootschapsbelasting wordt verlaagd, daardoor wordt de BV voor steeds meer ondernemers aantrekkelijker.

Maar behalve de fiscale aspecten telt ook de aansprakelijkheid zwaar mee. Bij een eenmanszaak en VOF bent u ook privé aansprakelijk en kunt u dus uw hele vermogen kwijtraken. Bij een BV bent u wat dat betreft beter beschermd. Dus uit oogpunt van aansprakelijkheid kan de BV zeker een interessante optie zijn. Wel moet u daar dus nu nog een startkapitaal van 18.000 euro voor bezitten. Waarschijnlijk behoort dit volgend jaar tot het verleden. Daardoor zou de BV interessant kunnen worden voor een grotere groep starters.

 

Bron: Kamer van Koophandel

Het korte antwoord is: ja u kunt opnamen van beeld en geluid als bewijs gebruiken, ook als dit zonder toestemming van de andere partij is gebeurd. De Nederlandse rechter bepaalt zelf hoeveel waarde hij aan dit bewijs toekent.

We komen bij onze klanten wel eens de gedachte tegen dat ze niets aan dit bewijs hebben, omdat het illegaal (onrechtmatig) is. Op zich klopt het dat het vaak onrechtmatig is om zonder toestemming van de gesprekspartner het gesprek op te nemen. Dat neemt niet weg, dat Nederlandse rechters heel praktisch zijn: als het er eenmaal ligt, dan nemen ze er toch wel kennis van.

Er zijn wel wat nuanceringen op aan te brengen:

• Dit geldt alleen voor geschillen tussen burgers en bedrijven onderling; in strafzaken is onrechtmatig verkregen bewijs niet toelaatbaar (gelukkig maar).
• Onder omstandigheden kan het toch een dermate groot onrecht zijn om de illegale opname te gebruiken, dat de rechter dit niet doet;
• Het opnemen zelf is wel onrechtmatig, maar heeft meestal voor de opnemer geen consequenties;
• Het is vrijwel altijd verboden om onrechtmatige opnamen buiten de besloten kring van de rechtzaal openbaar te maken.

Een opname, onrechtmatig of niet, kan snel een einde maken aan een discussie over wat er nu precies is gebeurd of gezegd. Vaak dus toch het overwegen waard.

 

Concurrentiebeding
Dit is vooral handig als u een bepaalde regio wilt beschermen tegen concurrentie van uw ex-werknemer. Het concurrentiebeding verbiedt namelijk de werknemer om het zelfde werk te doen binnen een bepaalde regio.
Het nadeel van het beding is dat de werknemer vaak feitelijk wordt geblokkeerd in de uitoefening van zijn werk. Dit leidt er dan vaak toe dat een rechter het beding in het voordeel van de ex-werknemer zal bijstellen.
Een ander nadeel is dat het vaak moeilijk is om aan te tonen dat een ex-werknemer hetzelfde werk in de verboden regio uitvoert.
En tenslotte is een belangrijk nadeel, dat het conurrentiebeding bij iedere functiewijziging schriftelijk opnieuw moet worden overeengekomen. Dit wordt veelal vergeten en dan geldt het beding niet meer.

Relatiebeding
Het relatiebeding beschermt uw relaties door de ex-werknemer te verbieden deze te benaderen. Het relatiebeding is vaak effectiever omdat het direct uw klantenbestand beschermt en het de werknemer niet onmogelijk maakt om elders hetzelfde werk te doen.

Meer informatie
Voor meer informatie over de verschillen en het gebruik klikt u hier.
Voor een handige checklist klikt u hier.

 

 

Tot 2001 was Nederland voor veel buitenlandse ondernemers een aantrekkelijke vestigingsplaats voor een ’doorstroomvennootschap’. Via Nederland werd op grote schaal dividend naar belastingparadijzen doorgesluisd. Onder druk van het buitenland heeft ons land zijn bevoordeelde positie deels opgegeven en is Cyprus ons ruim voorbijgestreefd.
Al voor de toetreding tot de EU in 2004 was het Griekse deel van Cyprus een belastingparadijs. Buitenlanders betaalden nauwelijks belasting, in tegenstelling tot Cyprioten. Toetreding tot de EU betekende dat Cyprus zijn discriminerende belastingregime moest aanpassen. De regering in Nicosia besloot de belasting dan maar voor iedereen extreem laag te maken, de laagste binnen de EU.
Ondernemers
„Cyprus is tegenwoordig vooral interessant voor kleine en middelgrote ondernemers”, weet directeur Toine Manders van het Haags Juristen College (HJC).

ma 14 apr 2008, 14:47, www.detelegraaf.nl

Met zijn publicatie Betalen is voor de dommen, schreef Flip de Kam in 1977 een provocerend boek. Weinigen beseften toen hoe lek de inkomstenbelasting was. Anno 2008 leende staatssecretaris Jan Kees de Jager (Financiën) de titel om te illustreren hoe verrot het successierecht onder zijn voorgangers is geworden. Hij rekent dat toe aan slimme belastingadviseurs en estateplanners die de economische en fiscale werkelijkheid voor eigen gewin kunstmatig uiteen hebben gedreven.

Lees het orginele artikel uit de NRC hier.

Het kort antwoord is ja. Het probleem zit hem erin, dat u altijd moet kunnen aantonen dat uw werknemer de boodschap heeft ontvangen. De enige manier om dat echt zeker te weten is een aangetekende brief, of een fax met ontvangstbevesting. Een email met leesbevestiging zou ook kunnen, maar het risico bestaat dat iemand anders dan de werknemer de mail opent en verwijdert.  Er is nog onvoldoende uitgekristalliseerd hoe het gebruik van email uitpakt. Het veiligst blijft dus het gebruik van een aangetekende brief, liefst met bevestiging van ontvangst.

Lees hier het hele bericht ...

Aldus een uitspraak van de kantonrechter in Maastricht van 9 april 2008. Lees hier de samenvatting van de zaak.

Wat zijn eigenlijk de eisen? Een overzicht is te vinden op www.horecarookvrij.nl.

Dat blijkt uit cijfers die het kabinet recent bekend heeft gemaakt.

In de aangepaste wet op de kinderopvang is het de bedoeling dat in 2011 de werkgevers 28 procent van de totale kosten voor de kinderopvang op zich nemen. Dat is hetzelfde percentage als nu. Vorige week drong het CDA aan op een hogere verplichte bijdrage voor werkgevers.

Kosten ouders
Zoals verwacht gaan ouders wel meer betalen. In 2011 moeten zij 23 procent van de totale kosten ophoesten. Op dit moment is dat nog 19 procent. De kosten voor ouders nemen toe ondanks extra subsidies van het kabinet van 1,6 miljard euro tot en met 2011.

bron: zibb.nl

In ieder bedrijf kan een situatie ontstaan waarin de werkgever de arbeidsovereenkomst met de werknemer het liefst zou beëindigen. In de praktijk kiest de werkgever dan vaak voor een ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter. Vaak gebeurt dit pas na onderhandeling en voorafstemming met de werknemer. De uitkomst van de onderhandelingen wordt sterk bepaald door het personeelsdossier. Ook als de onderhandelingen mislukken en er moet echt geprocedeerd worden bij de kantonrechter geeft het personeelsdossier doorgaans de doorslag.

De kosten van een slecht opgebouwd personeelsdossier
Een dun of slecht opgebouwd personeelsdossier betekent dat u (en uw juridisch adviseur) weinig te onderhandelen hebben, en veel werk moeten verzetten om de zaak rond te krijgen. Met het risico dat dit niet lukt, en een hoge ontslagvergoeding het gevolg is. De kosten van uw juridisch adviseur komen daar dan nog als toetje achteraan. (Bij LegalXs heeft u dit probleem trouwens niet: met een abonnement heeft u altijd onbeperkt preventief advies en kost iedere zaak altijd € 750 (ontslag in goed overleg) of € 1.500 (uitgebreide procedure bij de kantonrechter), ongeacht de ingewikkeldheid van de zaak.)

Verbeter uw personeelsdossier met een ziekteverzuimprotocol
Een ziekteverzuimdossier is een belangrijk onderdeel van het personeelsdossier. Veel ontslagzaken worden immers voorafgegaan door een soms lange periode van arbeidsongeschiktheid.
Met een ziekteverzuimprotocol geeft u uw werknemer goed inzicht in de wederzijdse rechten en plichten bij ziekte. Met de opvolging van dit protocol investeert u niet alleen in de gezondheid van de werknemer. Het maakt opvolging bij ziekte makkelijker en stelt u in staat om sneller en doelgerichter te handelen.

Download hier uw model ziekteverzuimprocol!

Dreigt een arbeidsconflict?
Dreigt er nu een conflict met uw werknemer, dan is het waarschijnlijk te laat om nog een dossier op te bouwen. We geven u in dat geval graag en goed advies. Ons eerste advies is altijd gratis en vrijblijvend. Stel uw vraag via ons contactformulier of bel 0900 44 44 44 6.

Voordelen, tips en valkuilen....

 

En wat kan een minnelijke schikking ofschuldsanering voor u betekenen. Lees meer..

Het is volgens de rechter niet toegestaan om achteraf andere kosten aan te voeren om de vaste onkostenvergoeding te onderbouwen.

Lees meer in dit artikel.

Om te kunnen innoveren hebben ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf (MKB) vaak kennis nodig, waarover ze niet direct beschikken. Een innovatievoucher is dan een oplossing. Het is een tegoedbon om kennis in te kopen bij een publieke of private kennisinstelling.

Voor de Subsidieregeling Innovatievouchers kunnen weer aanvragen worden ingediend. Dit kan van 20-03-2008 t/m 31-12-2008. In 2008 is er geld beschikbaar voor 6.000 vouchers; 3.000 grote en 3.000 kleine innovatievouchers.

Daarnaast kunnen ondernemers een innovatievoucher voortaan eenmalig gebruiken voor de kosten bij het aanvragen en verkrijgen van een Nederlands of Europees octrooi.

Bron: Ministerie Economische Zaken

Een onderneming kan ten laste van de winst over een bepaald jaar een voorziening vormen voor toekomstige uitgaven als daarbij aan drie voorwaarden wordt voldaan.

Voorwaarde 1 
De uitgaven moeten hun oorsprong vinden in de feiten en omstandigheden die zich in de periode vóór de balansdatum hebben voorgedaan.

Voorwaarde 2
De uitgaven moeten aan deze periode zijn toe te rekenen.

Voorwaarde 3
Er bestaat een redelijke mate van zekerheid dat de uitgaven zich ook daadwerkelijk zullen voordoen.

Lees meer

Een vraag uit onze praktijk:
"Vorig jaar ben ik mijn jongste zoon en mijn dochter een vennootschap onder firma (vof) aangegaan voor ons restaurant. De oudste zoon is architect en werkt niet in het bedrijf. Ik ben nu 57 en maak me wat zorgen over de vererving van de onderneming. Is de belastingdruk bij vererving hoog? Moet ik al stappen nemen? Maakt het uit als we volgend jaar misschien een B.V. worden?"

Als uw kinderen erven, loopt het successierecht met de hoogte van het erfdeel op van 5 procent tot maximaal 27 procent (dit tarief geldt overigens ook voor schenkingen). Bij vererving van bedrijfsvermogen is tegenwoordig 75 procent vrijgesteld van successierecht. Het successierecht over het resterende deel (25 procent) mag na 10 jaar (rentedragend) betaald worden. Dit scheelt al aanzienlijk. De erfgenamen moeten de onderneming wel gedurende 5 jaar voortzetten.

Deze regeling voor bedrijfsopvolging geldt ook bij schenken. Daarvoor moet de schenker wel 55 jaar of ouder zijn of voor meer dan 45 procent arbeidsongeschikt. Ook moet de schenker de onderneming al minimaal vijf jaar gedreven hebben. Deze bedrijfsopvolgingsregeling” geldt ook voor een B.V. waarin een onderneming gedreven wordt. Naast successie en schenkingsrecht speelt ook de inkomstenbelasting bij overlijden een rol. Bij overlijden hoeft er niet over stille reserves (denk hierbij b.v. aan meerwaarde van een pand) en goodwill te worden afgerekend als de erfgenamen de onderneming voortzetten. De claim van de fiscus op de stille reserves en goodwill gaat over op de erfgenamen. Overdracht zonder afrekening is ook al bij leven mogelijk mits de opvolgers of al drie jaar als werknemer in dienst zijn of al drie jaar medeondernemer (bijvoorbeeld firmant) zijn. Daar bent u dus al op de goede weg!

Als de opvolger(s) deel uit gaat maken van de vof maar aan deze driejaarstermijn niet aan voldaan wordt, kom je vaak een heel eind door een zogenaamd “voorbehoud” te maken voor de stille reserves. Voor goodwill wordt dan vaak een “inklimmend winstrecht” afgesproken: de toetreder krijgt geen vol winstaandeel maar groeit daar in enkele jaren naar toe.

Voor een B.V. is doorschuiven van de fiscale claim (inkomstenbelasting in “Box II” met een tarief van 25 procent) op aandelen bij overlijden ook mogelijk. Bij schenken ligt het lastiger: daar is alleen een renteloze betalingsregeling in 10 jaren mogelijk.

Let bij de opvolging ook op de positie van uw oudste zoon en betrek hem bij het overleg. Er zijn dus goede mogelijkheden uw zaak fiscaal zonder hoge claims over te dragen aan uw kinderen, echter een nauwgezette planning is zeer gewenst!

Bron: Zibb

De toezichthouder denkt daarbij aan boetes als de regels over hypotheken, consumptieve kredieten en beleggingsverzekeringen niet worden nageleefd.
Dat meldde de AFM dinsdag bij de presentatie van het jaarverslag 2007.

Met deze subsidietool kunt u nakijken welke subsidieregelingen er in uw branche bestaan.

De belastingdienst controleert dit jaar extra op beleggingen, spaartegoeden, een tweede huis, een garage die niet bij de woning hoort en verhuurde auto’s en boten. Moet u zich zorgen maken?

Nee, De box-III-aangifte is normaliter niet al te ingewikkeld en de meeste belastingsoftware helpt u goed op weg bij het invullen van de diverse vermogensbestanddelen. Op deze website treft u in het kort een update:

Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft hiertoe besloten omdat hem is gebleken dat er in het midden- en kleinbedrijf veel irritaties leven over het boeteregime van de Belastingdienst. Een soepeler boetebeleid gaat ook gelden voor te late afdracht van loonbelasting van personeel.

Dit wordt vermeld in het persbericht van het Ministerie van Financien. Het Ministerie verstrekt tevens een tabel waar de verschillen tussen het huidig boetebeleid en het nieuw boetebeleid schematisch staan weergegeven.

Regelmatig geeft fiod-advocaat mr. J.H. Peek lezenswaardig commentaar op  het optreden van  de Belastingdienst, FIOD , ECD, Douane en andere gevreesde instellingen: deze keer het wervende optreden van de Fiod.

Voor het weblog Peek van de Week, klik hier.

Met de eerstedagsmelding wil de overheid zwartwerken, illegale arbeid en daarmee samenhangende fraude tegengaan.

Door eerstedagsmelding te doen, geeft u aan dat een werknemer bij u in dienstbetrekking komt werken. De eerstedagsmelding moet uiterlijk de dag vóór het begin van de werkzaamheden bij de Belastingdienst binnen zijn. Dit kan ook op een zaterdag of een zondag zijn.

Lees meer in dit artikel.

Voor de bepaling van de WOZ-waarde is volgens de Wet WOZ (Wet waardering onroerende zaken) afhankelijk van de situatie een bepaalde waarderingsmethode bruikbaar. Een daarvan is de huurwaardekapitalisatiemethode. In deze methode vindt u de WOZ-waarde door de huurwaarde op de waardepeildatum te vermenigvuldigen met een kapitalisatiefactor. Indien een taxateur de huurwaardekapitalisatiemethode toepast voor de bepaling van de WOZ-waarde, verdient het sterk de aanbeveling dat het taxatierapport ook marktgegevens bevat over de huurwaarde van vergelijkbare panden. Illustratief hierbij is een uitspraak van Hof Amsterdam. De door de gemeente ingeschakelde taxateur had de huurwaardekapitalisatiemethode toegepast met allerlei aannames over de huurwaarden van in zijn ogen vergelijkbare panden (referentieobjecten). Het hof constateerde allerlei ongerijmdheden in de toepassing van huurwaardekapitalisatiemethode bij de referentiepanden, het ontbreken van marktconforme gegevens en schoof dit taxatierapport daarom volledig terzijde.

Klik hier voor meer informatie.

Uit een arrest van de Hoge Raad komt naar voren dat werkgevers in toenemende mate eisen mogen stellen aan wat werknemers in hun vrije tijd uitspoken. Voorwaarde is dat gedrag in privétijd negatieve invloed kan hebben op de kwaliteit van de overeengekomen werkzaamheden.

Bron: Hoge Raad, 14 september 2007, zaaknummer RO6/022HR, LJN: BA5802, JAR 2007/250

In extreme gevallen gaat de aanschafprijs van diesels met 11.100 euro omhoog. Deze prijsverhoging geldt voor zware diesels met een gewicht van meer dan 2.000 kilo en een uitstoot van 60 microgram fijnstof per kilometer.In een kort geding is de vraag gesteld of de zogeheten 'fijnstofdifferentiatie' in strijd is met Europese wetgeving. Sommige automodellen zouden onverkoopbaar worden, hoewel ze voldoen aan de huidige Europese milieueisen. Maandag bleek dat de rechter deze redenering niet onderschrijft. De rechter ging echter niet in dit standpunt mee.

Bron: Ministerie van Financien

 

Wettelijk gezien zijn er twee soorten bedrijfsruimte te onderscheiden. Enerzijds is er de 'middenstandsbedrijfsruimte', waar de huurders een grote mate van bescherming genieten. Deze categorie wordt ook wel de artikel 290-bedrijfsruimte genoemd. Daarnaast is er de geliberaliseerde bedrijfsruimte, waarvoor in de wet slechts een beperkt aantal beschermingsbepalingen is te vinden. Een uitgebreidere uitleg vindt u in dit artikel.

Werkruimte aan huis
Het Hof van Den Bosch heeft onlangs geoordeeld dat de Wet inkomstenbelasting 2001 per 1 januari 2005 ten onrechte een onderscheid maakt tussen ondernemers wat betreft de aftrek van zakelijke lasten van een werkruimte in enerzijds een privé-woning en anderzijds een huurwoning. Een huurder kan voor de zakelijke werkruimte een evenredig deel van de huurprijs en een evenredig deel van de huurderslasten (waaronder de kosten van water en energie) als zakelijke last in aanmerking nemen. Een eigenaar-bewoner mag volgens de Wet alleen een genormeerde (meer beperkte) aftrek van de kosten van een zakelijke werkruimte in aanmerking nemen, namelijk het voordeel uit sparen en beleggen over de waarde van de werkruimte. Het hof gaf aan geen rechtvaardiging voor dit onderscheid te zien. Het verleende een ondernemer met een eigen woning (die tot het privé-vermogen behoorde) voor het jaar 2002 een ruimere aftrek dan de wettelijk genormeerde aftrek.

De Hoge Raad
Het laatste woord is over deze problematiek nog niet gezegd. Voor de Hoge Raad loopt inmiddels een soortgelijke procedure. Dit betekent dat de regels voorlopig nog gelden zoals ze per 1 januari 2005 zijn vastgesteld. U kunt, als u dat wilt, uw kosten voor de werkruimte aan huis over 2007 opgeven zoals het arrest uit Den Bosch toestaat en daarbij verwijzen naar het arrest. Dan blijft het nog wel afwachten wat de uitspraak van de Hoge Raad wordt. Over 2006 kunt u dit alleen nog doen als uw aanslag nog niet is vastgesteld over dat jaar.

Regels sinds 2005: Inkomenscriterium
Om de kosten van uw werkruimte op te mogen voeren als kosten ten laste van de winst moet u minstens 70% van uw totale inkomen vanuit deze werkruimte verdienen. Ook inkomen uit een baan, pensioen of overige werkzaamheden telt mee.

Heeft u deze werkruimte binnenshuis, dan komt er de eis bij dat u 30% van uw inkomsten daadwerkelijk in deze werkruimte verdient. Gaat het om een huurwoning, dan mag u vervolgens alle kosten naar rato opvoeren, dus ook huur, energie en water.

Eigen woning: bouwkundig zelfstandig
Gaat het om een werkruimte die deel uitmaakt van een woning die tot uw privebezit hoort, dan komt er een tweede criterium bij, naast het inkomenscriterium. De werkruimte aan huis moet namelijk een 'naar verkeersopvatting zelfstandig gedeelte van de woning' zijn. Het moet gaan om een ruimte met een uiterlijk duidelijk waarneembare zelfstandigheid, bijvoorbeeld door een eigen opgang of ingang, of door apart sanitair. Een dergelijke zelfstandige ruimte zou ook als zodanig aan derden verhuurd moeten kunnen worden.

In de praktijk
Voldoet de werkruimte niet aan één van beide criteria, dan wordt deze voortaan simpelweg belast als onderdeel van de eigen woning. Het feit dat er in de betreffende werkruimte wordt gewerkt, wordt daarbij fiscaal volledig genegeerd. Ook alle gebruikerslasten van de werkruimte (energiekosten, inrichtingskosten en dergelijke) zijn dan niet aftrekbaar.

Kosten van in de onderneming gebruikt instrumentarium en computerapparatuur houden geen 'verband met' de werkruimte (het zijn geen inrichtingskosten), zodat die nog altijd tot een aftrekpost leiden, ongeacht de fiscale positie van de werkruimte.

Vermogen verhuizen
Het maakt bij deze regeling niet uit of u de werkruimte aanmerkt als bedrijfsvermogen of als privé-vermogen.

Bron: FNV

1. Wat is een octrooi?                                                                                     
Met een octrooi verbiedt u anderen om een uitvinding te vervaardigen of toe te passen, te gebruiken, te verkopen, te verhuren, te verhandelen, in te voeren, aan te bieden of in voorraad te houden. Een octrooi, ook wel patent genoemd, is een uitsluitend recht. Het kan betrekking hebben op:
- Een product
- Een inrichting
- Een nieuwe toepassing van een bekend product                                                
- Een werkwijze of een combinatie hiervan                    

2. Waaraan moet uw uitvinding voldoen om een octrooi te krijgen?                        
Uw uitvinding moet nieuw zijn, inventief, en toepasbaar zijn op het gebied van nijverheid.
Uw uitvinding mag, althans in Nederland, geen betrekking hebben op ontdekkingen, esthetische vormgeving en regels voor het verrichten van geestelijke arbeid. Uw uitvinding mag ook geen betrekking hebben op planten- of dierenrassen, of werkwijzen van wezenlijk biologische aard. Ook behandelwijzen van het menselijk of dierlijk lichaam zijn uitgesloten van octrooiverlening. Deze opsomming is niet volledig. Neem in geval van twijfel contact op met een deskundige.

3. Wat kost het als u een octrooi aanvraagt?
De indieningstaksen voor een Nederlandse octrooiaanvraag variëren tussen de 90 en 884 euro. Dit is afhankelijk van het al dan niet verrichten van een nieuwheidsonderzoek. Indien u een beëdigd octrooigemachtigde inschakelt, variëren de kosten tussen de 3500 en 6000 euro. Aanvragen van octrooi in het buitenland kost zo tussen de 2000 en 7000 euro per land. De prijs van voor een Europese octrooiaanvraag varieert, afhankelijk van het aantal landen, maar bedraagt doorgaans circa 6500 euro. In deze bedragen zijn de kosten voor een octrooigemachtigde inbegrepen.

4. Wat levert een octrooi u op?
Als octrooihouder kunt u optimaal de vruchten plukken van uw inspanningen om uw uitvinding te ontwikkelen. U kunt concurrenten de toegang tot de markt onthouden. Ook is het mogelijk op basis van een octrooirecht licenties aan derden te verlenen.

5. Hoe verwerft u een octrooi?
Voor het verkrijgen van een octrooi moet u een officiële octrooiaanvraag indienen bij de instantie in het land waarin u een octrooi wilt verwerven. In ons land is dat het OctrooiCentrum Nederland. Op Europees niveau is er het European Patent Office.
Uw octrooiaanvraag ziet er als volgt uit. U heeft een octrooiverzoek, vergezeld van een ruime beschrijving van de uitvinding, en al dan niet voorzien van tekeningen waarin u de uitvinding nader toelicht. U sluit de octrooiaanvraag af met conclusies. Daarin somt u de gezochte beschermingsomvang bondig op. Na een formele, en eventueel ook inhoudelijke, toetsing zal dan in gunstige gevallen octrooi worden verleend.

6. Wat is de levensduur van uw octrooi?
In de meeste westers georiënteerde landen kunt u een octrooi in stand houden tot 20 jaar na indiening van de aanvraag. Er zijn ook typen octrooien met een kortere levensduur, zoals het Nederlands octrooi zonder nieuwheidsonderzoek. Dit heeft een maximale levensduur van 6 jaar. Een andere uitzondering is de mogelijkheid om de beschermingsduur voor farmaceutische producten en bestrijdingsmiddelen te verlengen met 5 jaar door middel van een Aanvullend BeschermingsCertificaat (ABC). Uw producten moeten aan aanvullende eisen voldoen om hiervan te kunnen profiteren.

7. Wat is het verschil tussen een 6- en een 20-jarig octrooi?
In Nederland kunt u kiezen tussen een octrooi van 6 jaar (een kort octrooi) en een lang octrooi van 20 jaar. Als u een 20-jarig octrooi wilt, dient u binnen 13 maanden na de eerste indieningsdatum een nieuwheidsonderzoek aan te vragen. Als u dat niet doet, krijgt u automatisch een 6-jarig octrooi. Beide types octrooien worden zonder inhoudelijke toetsing verleend. Na enige tijd, voor het bereiken van de maximale levensduur, moet u jaarlijks een instandhoudingstakse betalen.

8. Hoe lang duurt het voordat u uw octrooi krijgt?
Als u een 6-jarig octrooi wilt, gaat het OctrooiCentrum 18 maanden na de indiening over tot verlening van een octrooi. Het OctrooiCentrum houdt de aanvraag al die maanden geheim.
U kunt ook versneld octrooi aanvragen. Bij een 6-jarig octrooi kiest u voor een spoedprocedure. Dan is verlening van een octrooi binnen ongeveer één maand mogelijk. Bij een 20-jarig octrooi is het feit dat eerst het nieuwheidsrapport acht weken beschikbaar moet zijn voordat een octrooi verleend kan worden, een beperkende factor. In de praktijk zal het dan ook minimaal 11 maanden duren voordat u de octrooi krijgt.

9. Is het verstandig om zelf octrooi aan te vragen?      
Het is werk van specialisten om octrooiaanvragen op te stellen en de verlening ervan te begeleiden. De octrooiaanvraag moet immers een duidelijke omschrijving van de uitvinding bevatten. Hierbij is het van uitzonderlijk belang het gewenste uitsluitend recht op een uitvinding goed en zo ruim mogelijk te omschrijven.
Wanneer u de uitvinding in de aanvraag niet juist of onvolledig omschrijft, zal ook het eventueel uiteindelijk verkregen recht beperkt zijn. Daarnaast dient u aan een groot aantal vormvereisten te voldoen. Ten slotte is het buiten het land waar u ingezetene bent, of waar uw bedrijf is gevestigd, doorgaans verplicht van een vertegenwoordiger gebruik te maken.

10. Wat gebeurt er als iemand vermeend inbreuk maakt op uw octrooi?
In dit geval zult u actie moeten ondernemen. Wanneer u niet door overleg tot een oplossing kunt komen (bijvoorbeeld door stopzetting van de vermeende inbreuk of het afsluiten van een licentie), kunt u juridische stappen nemen. Daarbij kan (en zal) een rechter naast de inbreukvraag ook toetsen of uw octrooi aan de formele eisen voldoet.


Bron: ir Hein Th. van den Heuvel van Octrooibureau Patentwerk 

Wat is stockfotografie?

Stock fotografie gaat uit van het principe dat de foto's niet in opdracht worden gemaakt, maar wel als materiaal kunnen dienen dat iemand ooit in de toekomst nodig kan hebben. Fotografen maken dus eerst collecties van foto's, en daarna ga je pas zoeken welke klant die foto's wil kopen.
Er bestaat een kans dat de foto’s over de hele wereld verspreid en gebruikt kunnen worden voor verschillende zaken, een CD-hoes, poster, website etc. Vaak worden stockbureaus gebruikt door vormgevers die afbeeldingen nodig hebben voor hun ontwerp. Alles is commercieel gericht en behalve particulieren zijn ook bedrijven afnemers.

Hoe werken stockbureaus?

Sommige stockbureaus sluiten een exclusief contract af. Dit houdt in dat de fotograaf de foto’s alleen aan die organisatie mag verkopen, en bijvoorbeeld niet dezelfde foto mag aanleveren aan andere stockbureaus. Bovendien zijn alle afbeeldingen Royalty-Free. Dit houdt in dat de afbeeldingen niet exclusief zijn. Wanneer iemand een foto koopt is deze vrij van rechten en klaar voor gebruik. De afbeelding kan vervolgens voor allerlei doeleinden ingezet worden zoals advertenties, brochures, verpakkingen, websites, multimedia projecten en nog veel meer. Er zijn enkele beperkingen qua gebruik, dit om o.a. het fotomodel te beschermen. Ook zijn er andere voorwaarden in het leven geroepen. Foto's mogen bijvoorbeeld niet voor porno, geweld etc. ingezet worden. Tevens moet er altijd een verklaring worden meegezonden waar het fotomodel verklaart in te stemmen met de overdracht van de foto.

Er zijn verschillende websites/stockbureaus waar afbeeldingen kunnen worden verkocht. Zie hiervoor onder andere:

- www.istockphoto.com
- www.shutterstock.com
- www.fotolia.com
- www.gettyimages.nl
- www.dreamstime.com
- www.brunostock.nl
- www.imageselect.nl (Nederlands stockbureau)
- www.nationalebeeldbank.nl (Nederlands stockbureau)
- www.fonanza.nl (Nederlands stockbureau)
- www.beeldg.nl (Nederlands stockbureau)

De stockbureaus stellen eisen bij het aanleveren van afbeeldingen. Hierbij kan worden gedacht aan de kwaliteit van de afbeeldingen, het overleggen van een verklaring waarbij de geportretteerde toestemming geeft voor publicatie en de categorie foto's. De vereisten van een aantal stockbureaus zijn nader uitgewerkt, en aan dit document toegevoegd.

Welke regels gelden er in het algemeen?

Mag een foto worden gepubliceerd? Dit hangt af van de omstandigheden waarin de foto is gemaakt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen foto's die a) In opdracht zijn gemaakt, b) Foto's die niet in opdracht zijn gemaakt.

Over het algemeen kan worden gezegd dat een foto die in opdracht is gepubliceerd niet mag worden gepubliceerd. De reden hiervoor is dat de fotograaf geld/loon heeft ontvangen voor zijn opdracht.

Portretten die niet in opdracht zijn gemaakt, kunnen zonder toestemming van de betrokkene ‘in principe’ gepubliceerd worden. Het is mogelijk dat de geportretteerde bezwaar maakt tegen de publicatie. In zo’n geval zal de rechter kijken naar ‘het redelijk belang’ wat de betrokkene heeft om zich tegen de publicatie te verzetten. Er is dan sprake van een belangenafweging. Het is niet precies aan te geven wanneer sprake is van een redelijk belang. Het zal afhangen van de feitelijke omstandigheden van het geval en de aard en mate van intimiteit waarin de geportretteerde is afgebeeld. Ook het karakter van de foto en de context van publicatie kan hierbij een rol spelen.

Welk soort foto's mogen niet: Schending van persoonlijkheidsbelangen

Prive-sfeer
Het gaat hier om foto’s die binnendringen in situaties die tot de strikte intimiteit of privésfeer worden gerekend. Hier kan worden gedacht aan bijv. foto’s van begrafenissen, stervende personen. Ook geldt dat mensen in hun huis niet bespied mogen worden. Een foto die met een telelens vanaf de straat is gemaakt in iemands huiskamer is gemaakt, zal dus hoogstwaarschijnlijk als onrechtmatig worden bestempeld.

Gevaarzetting
In sommige gevallen worden personen door de bekendmaking van hun uiterlijk blootgesteld aan represailles of aanslagen. Denk hier bijvoorbeeld aan publicatie van een getuige van een roof- of bankoverval.

Gebruik in reclame
Het is mogelijk dat mensen niet met een bepaald merk/artikel geassocieerd willen worden. In het geval dat dit toch is gebeurd kan er ook sprake zijn van onrechtmatigheid. Er mogen dus geen portretten worden gebruikt in commerciële reclame. Ook is het mogelijk dat mensen zich verzetten tegen het gebruik van hun portret op een boek- of tijdschriftenomslag.

Diskwalificerende context
Het gaat hier om gevallen waarin portretten worden gepubliceerd in een politiek gekleurde of sociaal diskwalificerende context. Het is ook mogelijk dat er een foto wordt gepubliceerd waar de geportretteerde zich in een situatie bevindt waar hij zich niet thuis voelt of waar hij niet openlijk geassocieerd mee wil worden.
Voorbeelden: Een zakenman aan een casinotafel, randgroepjongeren, snelheidsovertredingen, ongevalslachtoffer, bestuurder van een te zwaar beladen bestelbus, gemeentebestuurders, homo’s, een afbeelding van een persoon waarop staat ‘deze persoon heeft hier gestolen’.

Gevaar voor bespotting of minachting
Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan bijv.: Een naaktportret of een afbeelding van dikke personen.

Bloot, sex, erotiek

Resocialisatiebelang
In Nederland staat de rehabilitatie van (ten onrechte) verdachten hoog in het vaandel. Publicatie van het portret van deze verdachten en/of het vermelden van hun volledige namen kan daarom leiden tot onrechtmatigheid.

Rechten van de geportretteerde

In de bovengenoemde gevallen heeft de geportretteerde zal schending van het persoonlijkheidsbelang snel worden aangenomen, waardoor het verbod op publicatie door de geportretteerde snel zal worden toegekend. De eisen die de geportretteerde kan instellen zijn de volgende: Verbodsactie, schadevergoeding, vordering tot afdracht van winst, rectificatie of terugnemen van onrechtmatig verspreide portretten.

Aanbeveling

Eventuele risico’s kunnen worden vermeden als de geportretteerde zijn toestemming geeft tot openbaarmaking. Om eventuele discussie te vermijden is het verstandig de geportretteerde een verklaring te laten ondertekenen waaruit blijkt dat deze toestemming voor publicatie geeft.
Een voorbeeldverklaring is toegevoegd.

Let op:

Toestemming voor portretteren/poseren is wat anders dan toestemming tot publiceren!!!!!
Als een betrokkene toestemming geeft dat hij op de foto wordt gezet, betekent dit niet dat hij hiermee automatisch toestemming geeft om deze foto ook te publiceren. Voor publicatie moet uitdrukkelijk toestemming worden gegeven.

Sinds kort is AdvocaatAlmere.nl ook te vinden in de Incassogids. De gids, te vinden via Incasso Advocaat bevat veel algemene informatie over de standaard incassoprocedure voor zowel particulier als zakelijk.

Voor meer info check: Incasso Advocaat